10 dingen die je geen slechte moeder maken
Al tijdens de zwangerschap wil je het als moeder goed doen voor je kind: je probeert een weg te vinden in alle tegenstrijdige voedingsadviezen, probeert niet teveel toe te geven aan je cravings (McFlurry’s! Oh nee, softijs.. Of mocht dat nou wel? Ehhh..) en rust voldoende, ondanks je tomeloze nesteldrang.
Je bent geen slechte moeder
Na de geboorte gaat het helemaal los: je baby is zo klein en jij moet hem toch beschermen tegen alles en iedereen die niet het beste met hem voorheeft? Het moederschap wordt soms één grote guilt trip. Doe je het wel goed? Hou je wel genoeg van hem/haar?
Ondanks al je beste bedoelingen zullen er af en toe dingen gebeuren waardoor je jezelf de slechtste moeder van de wereld vindt. Dat ben je niet. Daarom, bij wijze van troost en misschien wel als feest der herkenning: tien dingen die je géén slechte moeder maken.
1. De botsing
Je hebt je baby op je arm en loopt a) door de deuropening, b) langs een kast, c) langs iets anders wat in elk geval hard is en niet meegeeft. Een ondubbelzinnig *POK* laat je weten dat de voetjes/het armpje/het hoofdje van je baby toch iets verder uitstaken dan je dacht.
2. Temperatuurfaal
Pas na een uur hartverscheurend huilen kom je op de gedachte dat een winterslaapzak in een kamertje met een temperatuur van 25 graden misschien niet zo prettig slaapt voor je kleine zweetnek. Iets vergelijkbaars geldt uiteraard wanneer je de temperatuur iets te rooskleurig inschat en je er pas na een tijdje achterkomt dat baby niet bij je wil zijn omdat je zo lief bent, maar alleen omdat je lekker warm bent.
3. Welke was het ook alweer?
In de drukte van een huishouden met meerdere kinderen zet je je kind even op de grond neer met de gedachte ‘Ga maar even zelf spelen’, je pas na een dubieus plofgeluid realiserend dat je niet je oudste van twee jaar, maar je jongste van twee maanden op schoot had.
4. De opvang
Nee, je bent niet de enige moeder die niet snikkend ineenstort in de deuropening van de gastouder omdat je je kind daar brengt om zelf te gaan werken. Die niet de hele dag met een knoop in haar buik zit, omdat haar kind elders verblijft. Sommige moeders hebben daar gewoon helemaal geen moeite mee, en dat is prima. Het is overigens ook prima als je er wél moeite mee hebt.
5. De zinloze vraag
Je wéét dat de kleine geen antwoord gaat geven en toch doe je het: een gefrustreerd ‘Maar wat wil je dahaaaan?’ als je na borst/fles/schone luier/in bed/uit bed/knuffelen/spelen/nog een borst?/meer kleertjes/minder kleertjes/slapen op mama/liedje zingen/fruithap?/in bed et cetera nog steeds met een huilend kind zit. Alle varianten op deze vraag (‘Wat is er nouhou?’, ‘Ga dan slahaapen als je zo moe bent’) mogen overigens ook. Dat je soms gefrustreerd raakt omdat je een beetje door je opties heen bent, maakt je geen rotmoeder.
6. De luierkwestie
Je bent Een Hele Tijd bezig geweest om ervoor te zorgen dat baby zich overgaf in het gevecht tegen de slaap. Aan alles zag je dat ‘ie supermoe was, maar slapen: ho maar. Eindelijk is het dan gelukt en vredig ligt hij op jou of in z’n bedje te knorren. Vijf minuten later hoor je een onheilspellend gerommel en kort daarna stijgen er nucleaire dampen op vanuit de luier. Je weet: daarin zit een fraaie productie en ei-gen-lijk moet dit verschoond worden, want ‘je laat je kind toch niet in de poep liggen?!’ Maar zelf reageert hij totaal niet en hij knort rustig verder. Je besluit even te genieten van de rust en neemt een kop thee in plaats van de baby te wekken voor een schone luier.
7. Badkamerdilemma’s
Je baby huilt. Jij moet naar het toilet. Maar je baby huilt. Toch moet je. Ergo: je parkeert baby in de box en gaat tóch even naar de wc. Iets vergelijkbaars geldt voor douchen. En als je het heel bont maakt, was je zelfs je haar onder de douche. Geloof ons: hij zal het later niet tegen je gebruiken.
8. Nagels knippen
Je wil het niet, je durft het niet, maar het moet: nageltjes knippen. Met vijlen red je het echt niet meer en omdat je kind zichzelf nu toch wel erg toetakelt met die lange nagels, moet er iets aan gedaan worden. Je bent supervoorzichtig, maar het gebeurt toch: een klein knipje in kind in plaats van nagel.
9. Nu. Even. Niet.
Je houdt overweldigend veel van je kleine. Een diepe, met niets te vergelijken liefde. Je hoeft dus niet te twijfelen aan je moederschapsskills als je jezelf soms betrapt op een gedachte als ‘Nu. Even. Niet’. Bijvoorbeeld wanneer op zondagmorgen besloten wordt dat de dag best wel om 5.15 kan beginnen. Merk je dat je het liefst je dekbed over je hoofd wil trekken, je vingers in je oren wil stoppen en ‘lalalalalala’ wil roepen, om nog éven de illusie in stand te houden dat je baby níet wakker is? Geeft niet. Je bent nog steeds een topmama.
10. De tv/Ipad/Iphone
Jij zou het niet doen, echt niet: je kind voor de tv parkeren om zelf even rustig te kunnen ontbijten/plassen/koken. Maar je doet het dus wel. Je verpest je kind daarmee niet voor het leven en heus: als je ‘m de kans geeft, zal er heus nog wel buitengespeeld/geknutseld/met auto’s gegooid worden.
