20 uur vliegen met een dreumes. Pittig?!
Als je besluit om naar Australië te gaan, weet je dat je enorm lang in een vliegtuig moet zitten. Daar kan een volwassene zich op voorbereiden en zich goed bij neerleggen, maar een klein kind van 1,5 jaar oud heeft natuurlijk geen flauw benul. Die wil lekker bewegen, ontdekken, handtassen leeghalen en vooral niet stilzitten. Dus zo’n lange zit is heftig voor alle partijen (kind, ouders, medepassagiers en stewardessen). Het was daarom best spannend. Hoelang zou Olivia het uithouden op die stoel?
Top 4 ergernissen
Grappig dat ik de week voor vertrek net een artikel tegenkwam met de grootste ergernissen van passagiers in een vliegtuig;
- Vluchtvertraging;
- Kinderen en baby’s die urenlang huilen;
- Passagiers die steeds heen en weer over het gangpad lopen;
- Slechte hygiene van medepassagiers.
Not helping!
Het is geen feestje
Olivia is nieuwsgierig, actief, lekker beweeglijk en is met het avondeten de kinderstoel al snel zat. Allemaal dus leuk en aardig dat we naar Australië gaan, maar hoe ga ik in vredesnaam mijn energieke kind in bedwang houden? De opmerking van mijn tante, purser bij de KLM, hielp ook niet echt; “Tot 1 jaar is een kind heel goed mee te nemen, maar als ze eenmaal beginnen met lopen, dan is het geen feest! Dus maak jullie borst maar nat.” Top, dat geeft de burger moed…
Een jankend kind?
Enfin, dus vol ‘goede moed’ stapten we dat vliegtuig in. Handbagage volgestouwd met cadeautjes, rozijntjes, boekjes, enz. Als ik Olivia maar de eerste uren braaf op die stoel kon houden, dan had ik al gewonnen. Daarna zag ik mezelf al heel wat calorieën verbrandend door dat gangpad achter haar aan lopen. Alle bozen blikken van andere passagiers en het geërgerde zuchten van de stewardessen negerend. Ik had zelfs al een zin bedacht als ik commentaar zou krijgen; “Beste meneer, heeft u liever een jankend kind in de stoel of een blij kind lopend? It’s your call!”
Is dit ons kind?!
Maar wat schetst de verbazing? Mijn kleine over-energieke kind, heeft beide vluchten (20 uur in totaal!) rustig op haar stoel gezeten! Geen jammerend geluid is uit haar mond gekomen. Ze vond het hartstikke prima. Ik heb Roderik meerdere keren verbazend aangekeken, was dit ons kind?! Nu ik dit schrijf, kan ik het eigenlijk nog niet geloven. Maar ik kan zonder blikken of blozen zeggen; de reis was een makkie!