Twijfelen over de tweede
Ik geef het toe: tijdens de bevalling heb ik me aangesloten bij het leger van vrouwen die tijdens de geboorte van hun eerste kind stellig beweren dat ze dit ‘echt nóóit meer gaan doen’. Maar ik hoor ook bij de club die in alle eerlijkheid zegt: ‘Maar als hij dan op je buik ligt, weet je al bijna niet meer hóe die pijn voelde.’ Die stelligheid over het niet krijgen van een tweede kindje was dus al snel voorbij. Tot ik een ruime week later de kraamhulp voor het laatst had uitgezwaaid en prompt ’s avonds voor het eerst met een keihard huilende krampjesbaby zat. Toen nam ik me weer voor om hier niet nog een keer aan te beginnen.
Beelden van later
En sinds die tijd wisselt mijn idee over het krijgen van een tweede per week, dag of minuut. Zo af en toe dagdroom ik een beetje over vakanties in Zuid-Frankrijk waar mijn kinderen, meervoud dus, samen spelen in de Franse zon en gezamenlijk een of andere kasteelruïne bestormen. Zo’n droom wordt dan weer ruw verstoord door visioenen van een tweetal dat elkaar gillend in de haren vliegt op de achterbank, met nog 700 kilometer te gaan.
Maar alleen is ook maar alleen, denk ik dan. Stel dat mijn man en ik allebei eindigen als kwijlende gebakjes in een verpleeghuis? Dan zou het fijn zijn als onze kinderen de last een beetje konden delen. Dat wil zeggen: als ze elkaar überhaupt nog zien en spreken, tegen die tijd. Het feit dat ze familie zijn, wil immers bepaald niet zeggen dat ze gek op elkaar zijn en blijven.
Vragen, vragen, vragen
En zo zijn er eindeloze overwegingen: wat lijkt het me heerlijk als onze kleine man zichzelf straks beter kan uitdrukken, zelf eet en loopt en alle kleine zorgen over fruit- en groentehapjes voorbij zijn. Als hij straks groter is en veel dingen dus makkelijker geworden zijn, wil ik dan nog wel terug naar de tijd van slaapstrijd, tandjesleed en voedingsschema’s? Hoe ga ik de zorg voor twee kinderen combineren? Is het zielig voor de oudste? Of misschien voor de jongste? Hoe kan het ooit bestaan dat ik van een tweede net zoveel houd als van mijn eerstgeborene, mijn kleine vriendje? Wat nou als de tweede iets mankeert; daar zadel ik dan mijn oudste mee op. Lukt het überhaupt wel om nog een keer zwanger te worden? Enzovoort, enzovoort, enzovoort…
Maar dan zie ik weer foto’s van mijn zoon uit de allereerste weken. De eerste kennismaking met zijn vader. Dat kleine, zachte lijfje dat zo heerlijk rook. Het eindeloze geknuffel. De verwondering over hoe dat toch allemaal kon; uit míjn buik? Door óns gemaakt? De vertedering bij het eerste echte lachje. De onuitsprekelijke trots. Het bizarre besef dat het echt allemaal zo snel gaat: hij is maar zó kort zó klein geweest. Het zou toch prachtig zijn dat nog eens mee te maken? Enzovoort, enzovoort, enzovoort…
>> Lees ook: Een gezin met 6 kinderen
>> Lees ook: Verslaafd aan zwanger zijn
Welke twijfels had jij bij de keuze voor een tweede (of derde, vierde…) kindje? Hoe ging je daarmee om en wat gaf uiteindelijk de doorslag om het wel of niet te doen?