Mini-Me wordt Mini-Jij!
Een kampioen ben ik. Een wereldkampioen projecteren. Trots ben ik er niet op en ik probeer er hard aan te werken, maar vaak stap ik zonder na te denken in het grote zwarte gat dat projectie heet. Vooral als het jou betreft lieve schat.
Kort door de bocht vind je als betekenis van projectie: het de wereld kleuren naar de innerlijke belevenis. Jep, that’s me. Als ze er een gouden medaille voor zouden geven, zou ik plaats mogen nemen op het blok van de nummer 1 en uit volle borst ons volkslied meezingen.
Vorige week nog toen je mocht afzwemmen. Totale paniek had ik. Waanideeën vlogen als boze demonen door mijn hoofd; “Maar dat kan ze nog helemaal niet! Wat als ze niet slaagt? Wat als opa en oma moeten komen kijken terwijl jou letterlijk en figuurlijk het water aan de lippen staat? Dat is toch afschuwelijk? Dat gaat ze toch nooit leuk vinden?” Een dikke knoop in mijn maag maakte zich van mij meester en tranen vulden mijn ooghoeken.
Iets wat leuk zou moeten zijn en fantastisch, voelde bij mij als een bezoek van een demon uit een donker verleden. En zo was het natuurlijk ook. Projectie.
Het kleine meisje in mij nam het over. Het kleine meisje met vreselijke faalangst. Het kleine meisje dat bang is voor publiek. Het kleine meisje dat bang is voor publiekelijk falen. En ik projecteerde haar keihard op jou. Ik mailde de zwemleraar met een vreselijke smoes dat het al zo druk is in december. Dat ik vond dat ik je in bescherming moest nemen. En dat we daarnaast ook nog eens een weekend weggingen met Sinterklaas en dat we dus -helaas helaas- niet bij het afzwemmen aanwezig zouden zijn. Dat januari of van mijn part februari of volgend jaar december ook prima is. En weet je wat ik daarmee deed liefste? Ik nam je niet in bescherming, maar ik faalde als moeder. Ik faalde om in jou te vertrouwen. Ik faalde in weten wie JIJ bent en waar JIJ voor staat. Blind voer ik op het kleine meisje binnenin mij zonder te kijken naar jou. En dat spijt me.
De zwemleraar antwoordde doodleuk met een: ‘Joh dan komt ze toch woensdag proefzwemmen en kan ze volgende week meedoen met de grote afzwemshow!‘. Slik. Deze man had duidelijk meer vertrouwen in jou dan ik…. Manlief had zich 1x laten overtuigen van mijn zwaktebod, maar liet dat geen tweede keer gebeuren en had al met een enthousiast ‘Oké’ geantwoord nog voordat ik mijn mond kon openen. Slik in het kwadraat.
Dat weekend voelde het alsof ik jou naar de slachtbank moest brengen. Het onzekere meisje in mij trok aan mijn hart en eiste dat ik je niet voor de leeuwen zou werpen. Ze schreeuwde en gilde en wat kostte het een energie om me te vermannen. En weet je wat ik zag lief kind? Ik zag jou die ochtend, na een heerlijke rustige nacht, opstaan met een enorme glimlach van oor tot oor. Ik zag je vol zelfvertrouwen vertrekken naar het zwembad. Ik zag je daar doelbewuste slagen maken. Trots zwaaiend naar ons en je opa’s en oma’s aan de kant.
En ik? Ik was de trotste moeder die je je maar kan bedenken. Maar ik voelde me ook alsof ik dubbel verraad had gepleegd. Naar het meisje in mezelf en naar jou.
Emotioneel vertelde ik dit verhaal een paar dagen later aan de keukentafel bij een vriendin.
Haar conclusie? “Wat ben jij streng voor jezelf! Hoe kan je verwachten dat je jouw kind vol vertrouwen tegemoet gaat zonder dat je vertrouwen hebt in jezelf? En als je je toch kwetsbaar voelt, deel het met haar. De oplossing ligt dan soms zo dichtbij. Juist bij kinderen!”
Die avond besloot ik met jou het gesprek aan te gaan. Op kindniveau uiteraard. Toen ik jou vertelde van hoe ik was als kind en dat soms bij jou neerleg en daardoor voor jou denk in plaatst van jou te vragen hoe jij je voelt, bleek de oplossing inderdaad heel simpel en antwoordde je mij: “Maar mama, IK ben toch IK en JIJ bent toch JIJ?”
En zo is het lieve schat. En daar op die avond werd mijn Mini-Me een Mini-Jij.
Dus wie kan van wie iets leren? Jij van mij of ik van jou?