4x Hoe help je kinderen met angst voor honden
Terwijl we langs een winkel lopen, trekt mijn dochter me er bijna voorbij: “Hier gaan we niet in!” Het schiet me te binnen dat ze hier laatst een hond had gezien achter de balie. “Wil je niet naar binnen vanwege de hond? Hij zit vast en je kunt niet alle plekken gaan mijden, als je er een hond hebt gezien…” “Mam, je hebt toch hoogtevrees?” “Nee, dat heeft papa.” “Euhh… jij durft toch niet in het schip?” “Ja, dat klopt wel, ja”, zeg ik glimlachend. “Nou, iedereen heeft dus wel iets waar ze bang voor zijn. Dat maakt niets uit!”
1. Angsten zijn echte gevoelens, respecteer ze en probeer erover te praten
Mijn dochter heeft nooit echt iets met honden gehad. Ze is er niet mee bekend, want niemand in onze omgeving had een hond tot sinds kort. Ook is ze een keer helemaal overvallen door een enthousiaste hond groter dan haarzelf die los liep en over haar heen sprong. Dit was erg traumatisch voor haar en ook een beetje voor mijn zoon. Allebei haar nichtjes hebben dus sinds kort een hondje gekregen. Bij het ene gezin een klein hondje van zeven jaar en bij het andere gezin een jonge pup.
De leeftijd of het gedrag van de hond maakt niets uit voor de angst van mijn dochter. Ze durft er eigenlijk niet naar binnen en dit belemmert haar enorm. Mijn zoon is voorzichtig, maar gaat wel naar binnen en gaat uiteindelijk zijn eigen gang. Terwijl mijn dochter achter mijn rug blijft zitten of naar boven gaat. Ik respecteer haar gevoel maar probeer haar wel beetje bij beetje zekerder te maken. Ik hoor anderen soms zeggen; “Nou, gewoon lopen alsof de hond er niet is.” Of “Hij doet niets hoor!” maar we kunnen haar niet pushen. Het moet vanzelf veilig gaan voelen en ze moet er uit zichzelf wat mee willen doen.
> Lees ook: Honden bij kinderen; ja of nee?
2. Je hebt een voorbeeldfunctie
Het is soms wel lastig als ouder hier mee om te gaan. Als we een stukje lopen en 100 meter verderop wordt een hond gespot, dan wil mijn dochter het liefst terug. Als we al een hond passeren, huilt ze trekkend aan mijn hand en word ik naar de andere kant van de stoep getrokken. Ik benoem dat ze bang mag zijn, maar we gaan onze dagelijkse leuke uitjes niet belemmeren. Zelf heb ik ook niet veel met honden en überhaupt niets met dieren. Ik loop er niet van weg, maar ga er ook niet naartoe om ze aan te halen. Bij de geitenboerderij besprak ik dit met een vriendin en ze gaf aan dat het eigenlijk wel goed zou zijn als ik het voorbeeld gaf. Ik vertelde namelijk dat ik het zelf ook spannend vind vaak, maar ik kan met mijn gevoel omgaan. Toch zette het me aan het denken.. ik vraag vaak ‘Aai de hond maar’ of ‘je mag de geitjes voeren’ terwijl het idee dat die beesten uit mijn hand eten, me de spanning door mijn lijf doet lopen. Voor mij ook een drempel en uitdaging… die ik heb aangenomen!
3. Forceer niet: laat je kind eigen grenzen aangeven
Elke keer dat we nu bij onze nichtjes op visite zijn, merk ik dat mijn dochter rustiger wordt. Van panisch rondkijken van waar is hij, naar rustig door de kamer lopen, tot zelfs ook het hondje op schoot en aaien. Wat een overwinning voor haar! We hebben haar niet geforceerd. Alles was prima, maar ze gaf zelf op een gegeven moment aan dat ze de hond wilde aaien.
4. Laat je kind groeien wat hij of zij wel durft en doet
Bij het oudere hondje durft ze nu meer dan bij de jonge pup. Dit is logisch, want die is veel rustiger en heeft ze de controle meer. Toch merk ik door de maanden heen, want het duurde heel lang voor ze stappen durfde te zetten, ze elke keer iets groeit in haar vertrouwen. Ik merk dat ze gevoelig is en ben dan ook extra alert op haar te belonen in complimenten. Ze doet het zelf en zie haar letterlijk groeien als ze mee heeft gelopen met uitlaten, een koekje durfde te geven of het hondje heeft geaaid.
Ze vindt het nog steeds spannend om vreemde honden tegen te komen op straat. Ook denkt ze twee keer na als ik vraag of ze naar het bos of strand wil waar honden vaak los lopen.
Wie heeft dit ook met haar kind meegemaakt en heeft een goede tip?