Kans op verminderde vruchtbaarheid door veel tillen
Volgens onderzoekers van het Massachusetts General Hospital lopen vrouwen mogelijk risico op een verminderde vruchtbaarheid doordat ze veel zwaren dingen tillen. Ook vrouwen die ’s nachts werken, lopen hetzelfde risico.
De onderzoekers onderzochten bijna 500 vrouwen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergingen. Dit vond plaats tussen 2004 en 2015. Ook werd duidelijk dat die kans op een verminderde vruchtbaarheid groter is bij vrouwen met overgewicht of die wat ouder zijn.
Lees ook: “Het moederschap laat ondraaglijk lang op zich wachten”
De arbeidsomstandigheden werden vergeleken met de biologische verklaringen. Er werd gekeken of fysieke eisen (zwaar tillen) en de (onregelmatige) werktijden een rol spelen. Daarnaast keken de onderzoekers naar de aanwezige hoeveelheid FSH-hormoon (die stimuleert de groep en rijping van eicellen), de hoeveelheid oestrogeen en het aantal geschikte eitjes, waaruit een gezonde embryo kan ontwikkelen.
Wat bleek?
Zoals eerder gezegd bleek dus dat vrouwen die zware spullen tillen of verplaatsen een kans hebben op een verminderde vruchtbaarheid, deze vrouwen hadden minder eiblaasjes en eicellen vergeleken met de vrouwen die niet zwaar tillen. Niet zomaar een beetje, maar 14,4% minder!
Bij de vrouwen met overgewicht of boven de 37 jaar oud zijn werd dit verschil alleen maar groter. Ook de werktijden bleken invloed te hebben op de vruchtbaarheid. Vrouwen die die op een ongewoon tijdstip werken, in de avond of ’s nachts, hebben kans op een verminderde vruchtbaarheid.
Lees ook: 3x wat slecht is voor je vruchtbaarheid
Overigens hebben de onderzoekers nog geen verklaring voor deze uitkomsten. Eén van de onderzoekers, Audrey Gaskins: “Dit is het eerste onderzoek waaruit blijkt dat afwijkende werktijden en het tillen van zware objecten een negatief effect heeft op de kwaliteit en de productie van eicellen. Er is een vervolg onderzoek nodig om te kijken hoe vrouwen ervoor kunnen zorgen dat de productie en de kwaliteit van eicellen juist verbeterd.”
Bron: BMJ Journals
Bron hoofdafbeelding: Flickr