Hoe weet je of je de goede basisschool voor je kind hebt gekozen?
Het is echt waar dat het oudste kind een soort van proefkonijn is voor de ouders. Alles wat op je afkomt is namelijk voor jou als ouder net zo nieuw en onbekend als dat het dat voor je kind is. En dan heb ik het hier alleen nog maar over de praktische dingen zoals de kinderopvang, peuterspeelzaal en de basisschool. Wij als ouders moeten daarin op een gegeven moment een keuze maken. En niet zomaar een keuze. De beste keuze. Want met ienemienemutte kom je er in dit geval niet.
Maar hoe weet je nou of je het goed doet? Volg je je gevoel of volg je je verstand? Wat als je gevoel als je kind eenmaal op school zit ineens verandert? Hebben we wel de juiste keuze gemaakt?
Lees ook: Je voorbereiden op de basisschool doe je met deze 5 tips
We hadden de keuze tussen twee scholen: Een kleine, traditionele openbare basisschool en een grote, vooruitstrevende christelijke basisschool. Bij de eerste voelde eigenlijk niks goed. En ons verstand schreeuwde al snel mee dat dat geen geschikte school zou zijn voor onze zoon. Bij de andere school voelde bijna alles goed. En ons verstand jubelde het haast uit, dit zou een perfecte school zijn voor ons kind!
Er was maar een kleine kink in de kabel: Wij zijn op geen enkele manier met het geloof verbonden. Wij zijn beide niet christelijk opgevoed en voeden onze kinderen (dus) ook niet christelijk op. Als ik eerlijk mag zijn: wij hebben eigenlijk helemaal niks met ‘het geloof’. Wij vinden het beide helemaal prima als andere mensen daar wel hun heil in vinden, leven en laten leven, maar begrijpen zullen wij het nooit. Wij geloven niet in het bestaan van een hogere macht. Wij geloven in onszelf. In onze eigen krachten en kwaliteiten. In eerlijkheid en rechtvaardigheid. En dat hopen we ook aan onze kinderen mee te kunnen geven.
Lees ook: De 10 type moeders die je ontmoet op de eerste schooldag van je kind
Wij hadden van de moeders bij de peuterspeelzaal al wel gehoord dat je tegenwoordig eigenlijk niks meer merkt van het christelijke aspect op een christelijke basisschool. “Stelt niet zoveel meer voor“. En dat was ook wat we van de directeur hoorden tijdens onze rondleiding door de school. Het kwam eigenlijk neer op een bijbelverhaal op vrijdagmiddag, maar daarnaast werd ook altijd een modern verhaal met dezelfde moraal verteld. Op maandagmorgen wat geld meenemen voor de zending (ik moet nog steeds opzoeken wat dat eigenlijk precies is) en Pasen en Kerstmis worden wat uitgebreider belicht en gevierd. Verder was er geen verschil met een openbare basisschool.
Wij mogen dan zelf niet geloven, er is natuurlijk niks mis mee dat onze kinderen opgroeien met wat kennis over en inzicht in andere levensbeschouwingen. Hoe groter hun inlevingsvermogen en begrip, des te beter. Dus de knoop was snel doorgehakt: we hebben hem aangemeld op de christelijke basisschool.
Lees ook: 10x Help! Zo kom je die eerste schooldagen door…
En daar gaat hij nu al twee maanden met zijn rode rugzakje over het schoolplein. Hij had zich zomaar aangepast aan het nieuwe ritme. En hij heeft het er reuze naar zijn zin. Hij gaat er altijd vrolijk naar toe en komt net zo vrolijk (en ietsje vermoeider) weer thuis. Hij heeft een lieve juf en een leuke klas. Ze doen echt leuke dingen met de kleuters en houden ons goed op de hoogte door middel van uitgebreide nieuwsbrieven voorzien van foto’s. Nieuwsbrieven die we eigenlijk niet eens nodig hebben, want onze babbelkous vertelt elke dag in geuren en kleuren hoe het op school was. Het kan niet beter!
Ik zou willen dat het plaatje zo perfect was. Maar perfect bestaat niet.
Op een middag zong onze zoon tijdens het spelen een liedje. Een liedje over God. Ik was nieuwsgierig natuurlijk en toen bleek dat ze elke ochtend een lied zingen waarin ze God vragen in hun kring te komen. En het lied eindigt met ‘Amen Amen’. Oke… no big deal.
Ik was een paar dagen daarna wat te vroeg op school en daar zaten alle kleuters met hun oogjes dicht in de kring. Die van ons trouwens niet. Die zat om zich heen te kijken. Toen ik later aan hem vroeg wat ze daar deden was het antwoord “bidden“. “Oh. Doen jullie dat elke dag?” “Ja. Maar ik doe nooit mee.” Logisch. Hij heeft geen idee wat bidden is.
De Paasviering? In de kerk. Paasliedjes? Halleluja en Hosanna.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. ‘Stelt niet zoveel meer voor?’ Ik wil niet weten wat het dan vroeger allemaal voorstelde als dit door moet gaan voor ‘haast niet merkbaar’.
Lees ook: Hoe krijg je ècht antwoord op de vraag: “Hoe was het op school”?
Wij merken dus wel degelijk dat het geloof een grote rol speelt op deze school. Is daar iets mis mee? Nee. Maar hadden wij dit van tevoren geweten dan hadden we hoogstwaarschijnlijk niet voor deze school gekozen. Dit past niet bij ons. Niet bij onze opvoeding. Niet bij wie wij zijn.
Maar moeten we hier nou een punt van maken? Onze zoon merkt in elk geval niks van onze twijfels (of onwetendheid… Hosanna wie?). We doen zo neutraal mogelijk als het over het geloof gaat. Maar we leggen wel uit waarom wij thuis niet bidden. Voor zover hij daar wat van snapt. Want ook daar zijn we al achter: goed dat onze kinderen iets leren over ‘het geloof’, maar dat is op deze leeftijd nog helemaal niet zinvol. Waarom moet een kind van vier weten dat er mensen zijn die in God geloven? Ze moeten al zoveel leren en begrijpen.
Ik was heel nieuwsgierig naar wat hij zou vinden van de Paasviering in de kerk. En als ik eerlijk ben… ik was misschien nog wel nieuwsgieriger wat het in zou houden, een Paasviering in de kerk. (Ik had nog wel een mailtje gestuurd met die vraag maar kreeg daar geen inhoudelijk antwoord op. Wel een uitnodiging voor een gesprek voor als we met vragen zaten t.a.v. de levensbeschouwing. Die uitnodiging nemen we binnenkort zeker aan!)
Lees ook: Die eerste schoolperiode, wat een (on)rust
Maar hoewel ik er voor mezelf een heel ding van had gemaakt, leek onze zoon niet onder de indruk van de viering of de kerk. Ze hadden verhalen gehoord en liedjes gezongen. Waar die verhalen over gingen? Dat wist hij niet zo goed meer… Ja over God. En Jezus. En op mijn vraag wie dat dan zijn en wat ze deden in het verhaal was het antwoord:
“Jezus maakt alle mensen weer beter.”
“Oja? Is Jezus dan een dokter?’”
“Neehee… Jezus is een tovenaar!”
En daar laten we het voorlopig maar bij.
Bron hoofdafbeelding: Pixabay