De ogen van papa? Geen flauw idee…
Pleeggezinnen vallen op. Vaak ‘klopt er iets niet’ in de ogen van anderen: papa en mama ogen wel erg oud om nog 24/7 met een baby rond te sjouwen, de leeftijdsverschillen tussen de diverse kinderen binnen het gezin zijn zichtbaar behoorlijk groot of de meest in het oog springende: de helft van de kroost heeft een totaal andere huidskleur. Doordat de mens toch geneigd is het plaatje passend te willen krijgen in zijn of haar hoofd, ontstaan er regelmatig (in mijn ogen) erg grappige situaties!
Zo wandelde ik eens met Vera door de wijk. Ze was net bij ons, twee maanden oud en lag prinsheerlijk in de wandelwagen om zich heen te turen. “Wat een schatje zeg”, merkte een oudere dame die mijn pad kruiste op. “En zo knap! Maar haar ogen heeft ze vast van haar vader?” “Dat weet ik eigenlijk niet”, flapte ik eruit, eerlijk als ik ben. Het klopte: ik had haar biologische vader destijds nog nooit ontmoet, dus geen flauw idee welke kleur zijn ogen waren. De vrouw keek me geschokt aan en ik besefte hoe bijzonder mijn antwoord had geklonken. Voor ik bekend zou komen te staan als de lellebel van de buurt legde ik vlug uit hoe de vork in de steel zat.
Lees ook: Ik ben een echte (pleeg)moeder
“Waar komen ze vandaan?” is ook een terugkerend thema. Ja, zowel Vera als Thomas hebben een prachtig bruin kleurtje, maar dat betekent niet automatisch dat ze A.) geadopteerd zijn en/of B.) in een ander land ter wereld gebracht zijn. Niet dat het mij ene snars uitmaakt, maar ze zijn echt 100% Hollands. Vera snapt inmiddels zelf prima hoe het zit: “ik ben gewoon geboren in Nederland, maar héél lang geleden woonde familie van mij in Indonesië”. Thomas daarentegen hangt ontzettend aan zijn (kwart) Surinaamse roots: “ik ben een Surinamer” is steevast zijn trotse antwoord. Het is tevens zijn vaste excuus voor alles wat hij anders doet dan wij van hem vragen: “Surinamers doen dat zo”. Sinds zijn (vol) Surinaamse oma hem heeft verteld dat Surinamers écht niet met hun handen eten maar gewoon bestek gebruiken gaat deze vlieger echter niet meer op (alleen als er roti op het menu staat natuurlijk, want dan mag het )!
Nog een hilarische gebeurtenis van een aantal jaar terug: ik was met een vriendin, haar kinderen en die van mij in een binnenspeeltuin. Vera en Thomas waren een jaar of vier, schat ik zo. De kids vermaakten zich opperbest, en wij kletsten eens lekker bij. Helaas was Vera op een gegeven moment alle andere kinderen kwijt en in haar paniek wist ze ook mij even niet meer terug te vinden. Ze was in snikken uitgebarsten, maar gelukkig vrijwel direct opgevangen door een lieve meid die achter de bar werkte. Vera had blijkbaar wel de goede richting op gewezen, dus het meisje leverde haar kordaat af bij een gesluierde vrouw met donkerbruine ogen die vlakbij ons zat. “Nee, dit is niet mijn mama!” hoorde ik ineens Vera’s verontwaardigde stemmetje achter me. Gauw ging ik naar haar toe. Het meisje droop af met het schaamrood op de wangen, een verbaasde vrouw met hoofddoek en opgeluchte Vera achterlatend.
Lees ook: De appels van opa
Ook ons gezin springt dus regelmatig in het oog. Is dat erg? Nee hoor, helemaal niet, want ik lig achteraf vaak onwijs in een deuk om de komische taferelen die dit op kan leveren. Een pleeggezin kan ontzettend opvallend, bijzonder, verrassend en misschien soms zelfs een tikkie vreemd zijn, maar één ding staat vast; pleeggezinnen zijn zeker nooit saai!