6 dingen die je herkent als je peuter een weglopertje is…
Mijn oudste was op straat altijd een redelijk braaf kind. Hij ‘smeerde’ hem wel eens, maar zelden op straat en ik ben hem nog nooit echt, langdurig, kwijt geweest. Wat dat betreft zorgde hij er zelf wel voor dat ik altijd in de buurt was. Het liefst nog op mijn arm. Maar toen kwam nummer twee. Een weglopertje…
Tuigjes of iets dergelijks hebben mij nooit aangetrokken en ik moet zelfs in alle eerlijkheid bekennen dat ik het er altijd vreemd uit vond zien. Mijn mening hierover is drastisch veranderd toen ik zelf kinderen kreeg en het fijne gevoel van een ‘stukje controle’ in een chronisch onoverzichtelijke situatie. Want dat is je leven nou eenmaal als je eenmaal moeder bent.
Het weglopertje: de akelige waarheid
Toen nummer twee geboren werd en ging lopen. Snapte ik plotseling wat er allemaal komt kijken bij een zogenaamd ‘weglopertje’. Kortom: een kind wat zonder twee keer om te kijken, of moeder nog in haar kielzog zit, de wereld wil gaan verkennen. En ik kan jullie zomaar vertellen: een tuigje begint meer en meer mijn voorkeur te krijgen.
Een weglopertje als kind is namelijk niet gemakkelijk en DIT zijn de dingen die alleen een moeder van zo’n mini- sprinter zal begrijpen:
1. Niemand heeft de grote verdwijntruc zo onder de knie als jouw kind
Zo staan ze achter je in de supermarkt en zo is er geen spoor meer van ze te bekennen. Het resultaat? Paniek, paniek, paniek! Tot je te horen krijgt dat jouw kind, binnen die vijf minuten, drie winkels verderop is opgepikt door een oplettende kassière. Pfieuw!
2. Wandelen is nóóit ontspannend
Want: autowegen, fietspaden en zelfs slootjes zijn niet veilig voor jouw marathon-sprintende druif. De gemiddelde wandeling staat dus eerder gelijk aan een pittige intervaltraining en niet aan een ontspannende dagbesteding.
3. En om deze reden heb jij geen sportschool nodig…
Zelfs een simpel boodschapje doen kan namelijk plotsklaps een zeer intensieve bezigheid worden met een weglopertje erbij. Kortom: aan cardiotraining geen gebrek. Eerder een overschot.
4. Zero fucks are given…
Dus de alom bekende: “Mama gaat de andere kant op hoor. Doeiii!” Zal slechts resulteren in een schouderophalende peuter die nog net niet zijn middelvingertje in de lucht steekt en alsnog tegengestelde richting op rent.
5. En zo’n tuigje ziet er dus ineens wel heel aantrekkelijk uit!
Ik bedoel: het lijkt ons heerlijk om eens RUSTIG met onze kinderen over straat te kunnen lopen. Het liefst zonder dat we ons constant rete-bewust zijn van voorbijrazend verkeer, nabijgelegen slootjes en eventuele enge kinderlokkers in de supermarkt die slechts wachten op het moment dat jij je kind even uit het oog verliest…
6. Maar goed: al die commentaren heh
Van “dan moet je je kind maar eens goed opvoeden!” tot “met zo’n tuigje lijkt het eerder een hond.” En laten we natuurlijk de (ver)oordeel brigade niet vergeten die er heilig van overtuigd zijn dat je ogen in je achterhoofd hebt en je kind nóóit kwijt kan raken als je maar goed genoeg hebt opgelet. Zucht!