3x Zo bedacht je het, maar zo gaat het echt! Herkenbaar?
Soms heb je van die situaties. Je had het zo anders in je hoofd. Je had het al helemaal bedacht. Zo zou het gaan. Maar ik kan je voorspellen: Zeker als je kinderen hebt, dan kun je er donder op zeggen dat het anders gaat dan van tevoren bedacht. Het is dagelijkse kost.
Het geldt vooral voor peuters, is mijn ervaring. Met nr 1, die inmiddels kleuter is, weten wij meestal wel redelijk waar we aan toe zijn. Hoewel ook zij nog verrassend uit de hoek kan komen. Onze peuter daarentegen zorgt elke dag voor nieuwe verrassingen. Leuk én minder leuk 😉
Lees ook: De deur uitgaan met een peuter (in 30 stappen)
3x Zo bedacht je het, maar zo gaat het echt….!
Situatie 1. IN BAD zei je?
| Zo bedacht je het: | Zo gaat het echt: |
| IN BAD | IN BAD????!!! |
| Je doet je kind in bad | Je kind wil niet gaan zitten, maar plast eerst in het water. Of, als je de luier uitdeed vlak voor het badje in vol ornaat op de douchemat! |
| Eindelijk zit hij lekker rustig! | Dat kun je wel vergeten. Hij staat telkens op. Haalt allerlei capriolen uit: Stapt tig keer in en uit bad (Ooooh gladde vloer… :-o) |
| Och, wat speelt hij nu lief met zijn speeltjes | Hij blijft water uit het badje drinken, en verslikt zich er ook 100 x in. Ook probeert hij nu op zijn buik te gaan liggen in het badje en vindt dit hilarish, terwijl jij denkt: “Gevaarlijk, gevaarlijk, gevaarlijk!” |
| Och, wat is hij lekker rustig | Ja, dat had een reden. Hij heeft er net een drol uitgewerkt. Die drijft nu in het badje tussen de speeltjes. Jak! |
| Klaar met het badje. Je kindje stapt rustig uit bad en laat zich afdrogen | Drama!! Hij wil nog lang niet uit bad. Dan maar zo uit badje pakken en een flink tegen stribbelende dreumes afdrogen op schoot. Lastig. Hij glibbert alle kanten op! |
| Zo. Dan nu even de luier aan, romper, pyjama, etc | Bij het neerleggen begint hij dusdanig tegen te stribbelen dat hij voor de zoveelste keer, het mandje met toebehoren van de commode schopt |
| Eindelijk aangekleed en wel. Dat ging nog best goed. Dan nu de vitamine D en tanden poetsen. | De vitamine D lust hij wel, maar die tandenborstel. Die moet en zou hij zelf vast houden. Na een flinke worstel partij, en een paar halve tandenpoetspogingen denk je: “Laat maar!” |
Situatie 2. Samen erop uit? ECHT WAAR? WEET JE HET ZEKER?
Lees ook: Wat je denkt tijdens een wandeling met je kind(eren)
| Zo bedacht je het: | Zo gaat het echt: |
| EROP UIT! | SAMEN WEG? ALS JE AL WEG KOMT… |
| Heerlijk even een stukje fietsen / met de auto en dan een stukje wandelen. Weer terug op de fiets/ in de auto… en weer gaan. | Allemaal prima, prima, prima… Totdat hij zijn vrijheid eenmaal heeft geroken. Wil hij terug in het fietstoeltje, autostoeltje of de buggy? NO WAY! Krijg een heel stram kind maar eens in een fietstoeltje/ autostoeltje/ buggy! |
| Samen de eendjes voeren | Zoonlief rent achter de eendjes aan… Oh nee, vlakbij het water. En wat lag daar nu net? Een grote hondendrol. Yep! Die kennen we nog van de wandeling van Denise met haar schatje. |
| In de speeltuin spelen – deel 1 | Nog geen vijf minuten zijn wippertje, glijbaan, en al die dingen interessant. Nee, zoonlief moet en zou de weg oplopen. Hij moet en zou alle auto’s aan een grondige inspectie onderwerpen, en alle autodeuren proberen open te krijgen. Wiew, wiew. “Wat was dat nu? Oh ja, het auto alarm! Schaam, schaam.” |
| In de speeltuin spelen – deel 2 | Nee joh, blaadjes uit de struiken (liefst ook met stekels) trekken, is veel interessanter. Oh wacht, een plas. Daar moet ik even in roeren met mijn takje. Hé ik kan er ook in stampen. Dat is best leuk. “Wacht, kan ik er ook nog in zitten? JA! Het kan!” (diepe ZUCHT) |
| In de speeltuin spelen – deel 3 | Alle andere huizen om de speeltuin heen, zijn zoveel interessanter. Tig keer loopt hij het pad op van een huis, waar wij niet wonen! |
| In de speeltuin spelen/ eropuit/ naar het park/ samen wandelen of fietsen. Volop genieten! | Volop genieten, is het ook. Totdat hij weer wat anders in zijn hoofdje haalt. Tig keer pluk je hem ergens vandaan, waar hij niet hoort, of waar hij zich zelf in gevaar kan brengen. Ofwel, met een huilend/ gillend/ tierend jongetje op de arm blaas je de aftocht. Vind je het gek dat ik het na max een uur echt vor gezien houd?! |
Situatie 3. Iets leuks doen samen…!!! Gezellig?
| Zo bedacht je het: | Zo gaat het echt: |
| IETS LEUKS DOEN IN HUIS | KNUTSELEN? TENT OP ZETTEN? MMMH… |
| Lekker samen kleuren met wasco | Na een of twee strepen op papier stopt je dreumes het krijtje in zijn mond, en oeps… Waar zijn nu alle puntjes van de wasco krijtjes gebleven? Dat wordt gekleurde poep! |
| Samen fruit eten of een broodje | Hij is lekker bezig. Veel met zijn handjes. Prima. Totdat hij het bakje of het bordje om keert, en de stukjes bij voorkeur ook op de grond mikt. Gezellig! NOT! |
| Hij is even lekker zelf aan het spelen, denk je… | Vanuit zijn ooghoek zie je hem staan op een bank of op een klein stoeltje. Hij kijkt je uitdagend aan: “Ziet ze me wel?” Jij denkt: “Loslaten, loslaten. Negeren. Dan klimt hij er vanzelf weer af, en doet ie het niet weer.” Onderwijl hopend dat hij niet hard op zijn hoofd valt… |
| Dan toch samen nog even spelen… | Spelen? Je probeert iets samen met hem te maken, maar hij begrijpt het nog niet, of kan zich er niet langer op focussen dan 5 minuten. Had je net een tent op gezet (in de woonkamer). Speelt hij er maar vijf minuten mee. |
| Klei dan? | Oh nee. Niet alles in het mondje. OK. En weg weer met die klei. Verfen dan maar? Veel te dikke klodders. Ook niet ideaal. Dan nog maar even niet knutselen of kleuren…. |
| Lekker samen knuffelen, kroelen en stoeien… | Kijk. Dat gaat gewoon altijd goed. En daar houdt hij van. Score! Die houden we er dus voorlopig nog in, totdat hij niet meer wil… HEEEEEEEERLIJK. De beste activiteit ever. Je hoeft er de deur niet voor uit. Je hoeft geen tent op te zetten. Je krijgt er geen rommel van. Je maakt knuffelhormonen aan en voelt je blij. Nou, wat wil je nog meer? Eindelijk iets, wat wel ALTIJD GOED GAAT! |
Bron beeld: Eigen materiaal