5x waarom ik liever nu moeder ben dan 150 jaar geleden
We klagen wat af. Dat schijnt bij onze Nederlandse cultuur te horen. Daarbij vergeten we makkelijk dat er de afgelopen honderdvijftig jaar veel verbeterd is in ons land. Qua gezondheidszorg bijvoorbeeld. Tijd voor een positief geluid: 5x waarom ik liever nu mama ben dan vroeger.
Klagen is hip, zo lijkt het soms. Over het zware moederschap bijvoorbeeld. Natuurlijk is het niet altijd makkelijk om moeder te zijn. En de herkenbare klaagverhalen van andere moeders zijn vaak grappig. Maar ik vind dat de balans zoek is. Ik vind dat de dingen die goed gaan meer aandacht verdienen.
Een voorbeeld is onze gezondheidszorg. Elk mens dat ernstig ziek is of te vroeg dood gaat, is er één teveel. Maar beseffen jullie hoeveel beter de meeste Nederlanders het nu hebben dan 150, 100 of zelfs 30 jaar geleden?
- Kindersterfte: Wist je dat 150 jaar geleden een derde van de Amsterdamse kinderen niet ouder werd dan één jaar? Eén op de drie kinderen ging dus in het eerste levensjaar dood! Dat is toch bizar? Nu sterft minder dan 0,005 procent van de baby’s in het eerste jaar.
- Moedersterfte: Vóór de twintigste eeuw was kinderen krijgen doodsoorzaak nummer 2 bij vrouwen (nummer 1 was tuberculose). Vóór 1800 eindigde bijvoorbeeld maar liefst 1,3 procent van de bevallingen met de dood van de moeder (in 2007 was dat 0,005 procent).
- Vaccinaties: Ondanks de recente discussies over inentingen, beschermen vaccinatiecampagnes onze kinderen tegen ernstige, vaak dodelijke ziektes. Kennen jullie de geschiedenis van de pokken? Dit virus heeft miljoenen doden op zijn geweten. (Het is iets anders dan waterpokken!) Door een uitgebreide wereldwijde vaccinatiecampagne zijn de pokken sinds 1978 nergens meer gesignaleerd. Pokken is daarmee het eerste virus dat door de moderne wetenschap is uitgeroeid.
- Kindergeneeskunde: Artsen weten tegenwoordig veel beter hoe ze zieke kinderen kunnen behandelen. Kinderarts prof. dr. Heymans gaf daarover vijf boeiende colleges bij de ‘Universiteit van Nederland’. Hij vertelde bijvoorbeeld over taaislijmziekte. Kinderen met deze erfelijke ziekte hebben o.a. last van diarree en luchtweginfecties. Als je kind rond 1970 die diagnose kreeg, zou hij of zij op de leeftijd van 10-15 jaar overlijden. Nu worden deze kinderen gemiddeld 40-50 jaar oud en blijven ze veel langer gezond.
- Volwassenengeneeskunde: Ook wij volwassenen kunnen op een betere behandeling rekenen. Bijvoorbeeld bij kanker: tussen 1955 en 2010 is het aantal kankerpatiënten dat vijf jaar na de diagnose nog in leven is, gestegen van ongeveer 25% naar 61%. Nog steeds veel te weinig, maar wel een prachtige vooruitgang!
>> Lees ook: 17x wat je niet verteld wordt over het moederschap.
Dat we tegenwoordig langer leven, hebben we o.a. te danken aan voorzieningen zoals waterleiding en riolering. En aan onze goede voeding. Maar ook aan onze kennis. En bij dat laatste wil ik stil staan. De vooruitgang in onze gezondheidszorg hebben we voor een belangrijk deel te danken knappe koppen die zich sterk hebben gemaakt om de medische wetenschap te verbeteren.
Misschien hebben jullie meegekregen dat er steeds minder geld is voor wetenschappelijk onderzoek en dat het systeem van de wetenschap onder vuur ligt. Als wetenschapsjournalist volg ik dit debat met gemengde gevoelens. Ik vind het goed dat mensen kritisch naar de wetenschap kijken en dat we proberen het systeem te verbeteren. Tegelijk vind ik dat we te gemakkelijk vergeten hoe ongelooflijk waardevol wetenschap is. En dan nog iets: er zijn veel plekken in de wereld waar de kindersterfte nu even hoog is als bij ons in 1900. Dus count your blessings, moeders!
Bronnen: Universiteit van Nederland, Historisch Nieuwsblad, Horizonhealth.eu, Wikipedia, KWF Kankerbestrijding –Credits foto: Flickr