Het einde van het Downsyndroom?
Zo rond de 20 weken krijg je een echo, welke moet bepalen of jouw kindje helemaal gezond is. In de meeste gevallen is dit inderdaad het geval en kunnen deze ouders genieten van een zwangerschap zonder verdere zorgen op dit gebied. Maar soms krijg je als ouders zijnde ander nieuws. Jouw kindje blijkt het Downsyndroom te hebben en je komt voor een keuze te staan. De zwangerschap afbreken of voortzetten. Op zijn zachtst gezegd een lastige keuze, want hoe kan je zomaar een kindje wat je al vijf maanden bij je draagt, wat helemaal compleet is en waar je als ouders zijnde al 20 weken van houdt, laten aborteren?
En wat als je deze keuze eerder in de zwangerschap had kunnen maken, wat had je als ouders zijnde dan gedaan?
Nipt-Test
Met de zogenaamde Nipt-Test (Niet-Invasieve Prenatale Test), kan het Downsyndroom echter al vanaf de 10de zwangerschapsweek worden vastgesteld. Dit door middel van een simpel bloedonderzoek, waarmee eventuele afwijkingen in het bloed van de zwangere vrouw kan worden waargenomen.
Hiermee komen ouders dus niet meer op een later moment in de zwangerschap voor deze keuze te staan, maar valt deze binnen de ‘acceptabele’ abortustermijn van 12 weken.
Positieve stereotypering
Dankzij meerdere televisieprogramma’s is het Downsyndroom toch in een positief daglicht komen te staan. Echter berust ook deze positieve stereotypering niet op de werkelijkheid. Niet elk persoon met het Downsyndroom is vrolijk, lief en knuffelt graag. Hoewel dit wel het beeld is wat geschept wordt door deze programma’s gepresenteerd door Johnny de Mol en Barry Atsma o.a.
Echter kreeg juist Barry Atsma een lading aan kritiek te voorduren toen hij aangaf een kindje met het Downsyndroom te laten aborteren. De reden?
Dit zou in combinatie met zijn broer (welke ook het Downsyndroom heeft) en twee jonge kinderen, qua zorg te zwaar zijn en niet haalbaar.
Het Downsyndroom heeft dus, ondanks de positieve manier waarop het wordt neergezet in de media, ook een duidelijke keerzijde.
Niet elk persoon wat onder het Downsyndroom lijdt, is lief, knuffelt graag, of zo gezellig zoals we vaak op televisie zien. Daarnaast vraagt een kindje met het Downsyndroom een hoop extra zorg, medische begeleiding en hebben te kampen met onderliggende (ernstige) gezondheidsaandoeningen. Iets wat voor de ouders zeer belastend kan zijn, vooral als deze in een bijzondere situatie zitten en/of meerdere kinderen hebben Iets wat Barry Atsma als voornamelijke reden opgaf, voor het afbreken van een ‘bezwaarde’ zwangerschap.
Het einde van het Downsyndroom?
En zo zijn er talloze redenen waarom een kindje met het Downsyndroom, hoewel het dit over algemeen redelijk maatschappelijk geaccepteerd is, uiteindelijk toch in de meeste gevallen wordt geaborteerd. Een struikelblok is de termijn, want een kindje van 20 weken is in vele ogen al ‘helemaal compleet’ en de meeste moeders hebben ook het magische eerste schopje al mogen ervaren.
De NIPT-test maakt de keuze voor abortus als het ware makkelijker – omdat dit binnen de schappelijke abortustermijn plaatsvindt-, maar hierdoor lopen we risico dat het Downsyndroom met ‘uitsterven bedreigt’ gaat worden.
Volgens menig een negatieve ontwikkeling, want ook mensen met Down hebben het recht om te leven, maar aan de andere kant kijken een hoop mensen hier toch positief tegenaan, want hoewel een kindje met het Downsyndroom een lang en gelukkig leven kan lijden. Is er een relatief grote kans dat het in de praktijk net wat ingewikkelder is dan het – door het positieve beeld wat er in de media bij Down wordt gecreëerd- op het eerste gezicht lijkt.
Wat zeg jij? Is het einde van het downsyndroom iets positiefs? Of eerder een negatieve ontwikkeling?