Mag ik je wat vragen?
Lieve bijna-mama,
Mag ik je wat vragen? Vanmorgen zag ik je voorbijlopen. Of het leek eigenlijk meer op waggelen of sloffen, want echt licht was je tred niet. Ik meende mezelf in jou te herkennen. Want ondanks dat je er prachtig uitziet met je dikke buik, en je volle bos haar, staan je ogen dof en lijkt je gimlach niet echt. Hoe gaat het echt met je?
Ik hou van mijn kinderen tot aan de maan en lucht en de sterren, en weer terug, laat dat duidelijk zijn. Voor geen goud had ik ook maar een seconde willen missen van hun nog maar korte leventjes tot nu toe, en ondanks de hectiek en de heftige fases, knijp ik me in mijn handjes dat ik het voorrecht heb dit allemaal te mogen meemaken. Alleen… Dat gevoel begon bij mij pas toen mijn oudste in mijn armen werd gelegd. Alsof een hoge golf van emoties, maar vooral het besef dat dit klopt, over je heen tuimelt en je omver zwiept. Alsof het nooit anders is geweest, dat gevoel. Alleen, dat was het wel, anders. Want zwanger zijn vond ik namelijk vreselijk. Laten we zeggen, zwanger zijn is niet echt mijn ding. Eerlijk gezegd, voelde het voor mij aan als een noodzakelijk kwaad, om iets heel moois te bereiken. En hoe mooi dat moois wel niet was, wist ik aanvankelijk natuurlijk niet, en dat maakte het extra pittig. Dat extra pittige, dat meen ik ook bij jou te zien.
Lange tijd heb ik gedacht dat ik alleen was. Dat denk jij vast ook. Om me heen zag ik alleen maar blij-ei zwangerschappen en roze wolken voorbij komen dwarrelen en vroeg ik me ie dag opnieuw af: waarom voelt dit voor mij niet zo? Met name bij mijn eerste zwangerschap, toen ik vanaf de derde week tot aan de allerlaatste minuten kotsmisselijk ben geweest, kon ik me regelmatig niet meer voor de geest halen waarom ik hier ook alweer aan was begonnen. Toen ik vanwege heftige misselijkheid en allesoverheersende vermoeidheid mij al rond zeven weken zwangerschap moest ziekmelden, en pas na een week of acht weer enigszins kon functioneren (in ieder geval voldoende om de schijn op te kunnen houden), zei een directe collega doodleuk: “Goh, nou, ik begrijp er niks van hoor, ik heb twee fluitende zwangerschappen gehad. Volgens mij moet je gewoon jezelf even bij kop en kont pakken.” Ik hoop voor jou dat jij lievere collega’s hebt dan deze van mij.
Ook toen ik al wat langer zwanger was, een maand of zes, was de tone-of-voice van mijn zwangerschap nog steeds niet geschikt om reclamefolders mee te vullen. Manlief en ik vertrokken rond die tijd voor een “babymoon” naar Gran Canaria, en hadden zo’n beetje het meest luxe hotel van het eiland geboekt. Niks was goed: ik was te misselijk om van het heerlijke eten te kunnen genieten, ik baalde van mijn virgin moijito en mijn doorbakken steak, de ligbedden waren funest voor mijn zwangere rug en ik was moe, moe, moooooeeeee. Huilend stond ik op een gegeven moment aan de rand van de infinitypool over zee uit te kijken, dit ging noooooit meer over, wat had me bezield?!
Voel jij je misschien ook zo? Denk je dat het nooit meer goed komt en niemand je begrijpt? Voel je je daar mega schuldig over, want zwanger zijn hoort fantastisch te zijn, en iederen maar roepen ” geniet ervan”? Ik wil wedden dat jij net als ik niet snapt waar ze het over hebben. Hoezo genieten? Overleven, dat is het!
Drie maanden later, een paar uur na de bevalling, lag ik in de ziekenhuiskamer te ontbijten met twee boterhammetjes filet americain. Het “waasje”, wat al die maanden over mijn gehemelte had gelegen en mij als culi-freak in de weg had gestaan te genieten van eten, was een half uur nadat mijn dochter op mijn borst was gelegd, verdwenen. De grijze sluier in mijn hoofd, weg. Alsof iemand de luiken die voor de ramen zaten open had geklapt.
Een collega van mij zei ooit: “Ik beval nog liever 10 keer van een 10 ponder dan dat ik nog 1 keer zwanger moet zijn.” De collega’s om ons heen uitten zich in ohs en ahs en nee toch, echt niet hoors. Ik kon alleen maar knikken, zo eens was ik het met haar. De volgdende koop ik lekker in de winkel, grapte ik nog.
Achteraf gezien zat ik gevaarlijk dichtbij een zwangerschapsdepressie, of had ik er misschien wel een. Niemand in mijn omgeving heeft dat gezien, zelfs bij de verloskundige ging geen lampje branden. Geen wonder, en er is niemand iets te verwijten, want ik hield zelf mijn klep dicht over mijn zwaarmoedige stemming en ben aardig goed in het opzetten van een pokerface. Ik denk dat zelfs mijn partner en directe familie niet doorhadden hoe erg het was. Nu ben ik er zo open mogelijk over, want hier en daar zie ik toch om me heen dat ik niet alleen sta hierin. Jij dus ook niet! Laat je niet gek maken door de bladen, de boekjes en alle roze wolk verhalen om je heen. Je hoeft het ook niet alleen te doen. Er is hulp, zowel professioneel als in je netwerk. Je moet het alleen wel toelaten.
Herken je je in mijn verhaal? Mag ik je dan een aantal dingen meegeven?
1. Accepteer het
Voel je niet langer schuldig naar je kindje toe omdat je denkt dat je niet genoeg geniet. Je gevoelens mogen er zijn en zijn normaal, maar voor jou wel heel vervelen. Accepteer dat dit voor jou nou even zo voelt, en dat dat naar, maar prima is. Wees lief voor jezelf, altijd maar nu extra!
2. Deel het
Laat je pokerface in de kast liggen en praat erover. Met vriendinnen, je ouders, je partner, zussen of broers, goede collega’s, of je huisarts verloskundige. Heb jij het gevoel dat jouw sombere stemming meer is dan hormonen of een dipje van een paar dagen, praat er dan met iemand over. Dat lucht in ieder geval op, en je weet maar nooit wie er spontaan zijn of haar hulp aanbiedt.
4. Noteer het
Hoe rot je je misschien ook voelt, schrijf op waar je mee zit, noteer leuke dingen over mijlpalen uit de zwangerschap, cadeautjes die je misschien al krijgt, en meer. Later ben je daar blij om, want hoewel je je op dit moment klote voelt, ben je achteraf waarschijnlijk blij dat je toch een document hebt gemaakt van deze unieke periode. Het helpt, nu en later, ook bij het relativeren, of het een plekje te geven.
5. Pak die hand
Herken het wanneer iemand je een helpende hand aanreikt. Door je te vragen hoe het gaat, iets met je te ondernemen of iets voor je te doen. Verstop je dus niet achter “het gaat goed”, maar pak aan die hand. Of die uitnodiging.
Ik hoop dat je hoofd wat lichter is nu, lieve bijna mama. Volgende week vraag ik je weer hoe het gaat, en de week daarop, en de week daarop…
Liefs, een andere mama