Het zwangere brein: de vertaalcomputer
Iedereen die ervaring heeft met zwangeren weet dat het zwangere brein een magisch orgaan is. De hormonen die erin rondgieren, zorgen niet alleen voor hyperactieve traanbuizen en woedeaanvallen, maar lijken ook een of andere bijzondere vertaalkwab te activeren. Praten met een zwangere kan zijn als manoeuvreren door een mijnenveld. Jij denkt dat je nooit iets verkeerds zegt? Hieronder een paar voorbeelden van de onnavolgbare zwangerschapsbrein-vertaalcomputer.
> Lees ook: 8x een zwangerschap is het beste excuus ooit.
Wat jij zegt: ‘Zo, je buikje groeit goed, he?’
Wat zij hoort: ‘Allemachtig, wat ben jíj gigantisch.’
Wat jij zegt: ‘Wat een lief bescheiden buikje nog.’
Wat zij hoort: ‘Volgens mij zorg je niet goed voor je baby, anders zou je buik wel beter groeien.’
Wat jij zegt: ‘Schattig, al die babykleertjes op het wasrek. Maar dat strijken straks, hè?’
Wat zij hoort: ‘Je moet al-les strijken, anders doe je je kind tekort.’
Wat jij zegt: ‘Hebben jullie geen box/wipstoel/babygym?
Wat zij hoort: ‘Je kind wordt grenzeloos ongelukkig zonder deze dingen.’
Wat jij zegt: ‘Voorlezen is heel goed en gezellig.’
Wat zij hoort: ‘Als je niet voorleest, ben je een slechte moeder en wordt je kind een ongeletterde imbeciel.’
Wat jij zegt: ‘Ga je flesvoeding geven?’
Wat zij hoort: ‘Waarom geef je geen borstvoeding?’
Wat jij zegt: ‘Ga je borstvoeding geven?’
Wat zij hoort: ‘Waar begin je aan, waarom geef je geen flesvoeding?’
Wat jij zegt: ‘Leuke kinderkamer, zeg! Die schommelstoel en dat wiegje, zo lief! En wat een mooie kast. Gave kleuren op de muur ook en wat een prachtige vloer.’
Wat zij hoort: ‘Stomme commode.’
Wat jij zegt: ‘Wij hebben zo’n luieremmer nooit gebruikt.’
Wat zij hoort: ‘Je hebt je overbodige rommel laten verkopen, onnozele gans.’
Wat jij zegt: ‘Geniet nog maar even lekker van de rust.’
Wat zij hoort: ‘Na de geboorte wordt je leven een hel.’
Wat jij zegt: ‘Slaapt de kleine straks bij jullie op de kamer?’
Wat zij hoort: ‘Als de kleine bij jullie slaapt, verpest je hem/Als de kleine niet bij jullie slaapt, verpest je hem.’
Wat jij zegt: ‘Heb je al foto’s van je buik gemaakt?’
Wat zij hoort: ‘Als je nu geen foto’s van je buik maakt, denkt je kind later dat je niet blij was met zijn komst.’
Wat jij zegt: ‘Vroeger ging dat heel anders.’
Wat zij hoort: ‘Vroeger deden we het beter.’