Lief kind, hoe moet ik jou leren van het leven?
Lieve jij,
Drie jaar geleden kwam je mijn leven binnen.
De jaren zijn zo snel gegaan en toen ik jou vanavond nog even een kus ging geven voor het slapen gaan, vloog het me ineens aan. De werkelijkheid. Ik zal je vertellen…..
Ik zie je prachtige goudgele haartjes schitteren in het schijnsel van je nachtlampje. Ik hoor je rustige ademhaling in mijn oor.
Nog eens drie jaar en je bent alweer zo oud als je zus en wanneer die tijd zich dan weer verdubbeld heeft, ben jij twaalf en zal je de wereld weer een stukje meer zien zoals zij eigenlijk is. En dat maakt mij bang.
Met mijn ogen zie ik dagelijks dingen die te erg voor woorden zijn. Ik weet dat het niet kan, maar ik zou er mijn leven voor geven om te kunnen voorkomen dat jouw mooie ogen ze zullen zien. Maar dat is natuurlijk onmogelijk. Ook ik weet dat.
Geen idee hoe ik dat moet gaan doen; jou en je zus leren van het leven. Van een wereld zoals zij ècht is.
Het liefst wil ik jou laten geloven dat mensen enkel vechten op de televisie. Dat aan je haren getrokken worden door je zus het meest gemene is wat men elkaar aan kan doen. Dat je ruzies laat eindigen met een eenvoudig ‘sorry’ en dat je pijn weghaalt met een kus. Dat het leven simpel is en eenvoudig en je altijd je zin zal krijgen zolang je maar lang genoeg met je voeten stampt of dramatisch neerstort op de grond.
Dat de hond morgen wel weer opstaat. Dat hij alleen maar slaapt en morgen gewoon weer wakker zal worden. Net als opa of oma wanneer zij beginnen aan hun laatste reis.
Maar lieve jij, stukje bij beetje zal ik je moeten meenemen in de werkelijkheid en ik heb totaal geen idee hoe ik dat ga doen. Ik lijk misschien heel wat. Jouw moeder, jouw houvast, jouw voorbeeld. Ik wil je eeuwig blijven zeggen dat het allemaal wel goed komt. Dat ik je altijd de weg zal wijzen wanneer je niet meer weet hoe je moet lopen en ik je altijd zal vangen als je valt. Maar weet je, eigenlijk ben ook ik nog maar een klein meisje. Een meisje dat helemaal niet weet hoe het allemaal werkt en hoe het allemaal zal gaan.
Toen we vanmiddag wandelenden in het bos en ik voelde jouw kleine handje in de mijne, was ik ben me zo keihard bewust van jouw kwetsbaarheid. Wanneer jij opkijkt en ik zie je stralende ogen en je lacht zorgeloos naar mij, vraag ik me oprecht af of ik zelf niet nog te klein ben om jou groot te kunnen brengen. En die angst jaagt me dwars door het hart.
Eigenlijk is er maar één ding lief kind waar ik wel zeker van ben en dat is dat ik waanzinnig veel van jullie hou. Ik hoop met heel mijn hart dat dat genoeg is om jou te leiden op je weg naar die werkelijkheid, zelfs wanneer ook ik de weg even niet meer weet. Omdat ik inmiddels heb geleerd dat de enige zekerheid die ik je kan geven is; mijn onvoorwaardelijke liefde voor jou.
Maar tot die tijd hoef jij nog niet te weten van al die dingen. Ik zal je een kus geven als je pijn hebt en sorry zeggen wanneer we ruzie maken. Geef me je angsten en je lach en ik zal ze koesteren in de nacht. En voor nu; slaap lekker en tot morgen.
Liefs, mama