Hoeveel kinderen heb je eigenlijk?
“Hoeveel kinderen heb je eigenlijk.” Het lijkt een onschuldige vraag en ergens is dat het ook. Al weten veel mensen niet dat zelfs achter een ‘aantal kinderen’, een verhaal kan schuilen wat ze aanvankelijk niet hadden verwacht… Een verhaal van een moeder met een overleden kindje.
Nu ik zwanger ben word ik vaker geconfronteerd met deze vraag dan normaal gesproken het geval is. Tijdens een keuvelsessie in de kappersstoel, in de wachtkamer bij de dokter, of gewoon met iemand die ik lang niet heb gezien. “Hoeveelste kindje gaat dit worden?” is dan meestal te de vraag. Niet geheel onbegrijpelijk, aangezien ik, als ik over mijn vorige zwangerschappen spreek praat in meervoud. Maar als ik het over kinderen heb, meer ervaringen kan delen in enkelvoud. Mijn overleden kindje zal altijd bij mij zijn.
Hoeveelste kindje?
Ik antwoord dan ook in de eerste instantie met twijfel, omdat ik na moet denken hoe ik het brengen zal. Dit is mijn derde kindje, mijn vijfde zwangerschap (inclusief miskramen), maar toch heb ik een gezin met maar twee kinderen. Niet omdat één kind niet bestaat of niet heeft geleefd, maar omdat ik nooit heb mogen ervaren hoe het was om hem zien op te groeien, of zelfs maar thuis te hebben. Hij is er niet meer, al was hij er wel. Maar hoe leg je dat uit?
Ongemakkelijk
Er schieten op zo een moment meerdere dingen door mijn hoofd, zoals:
Heb ik nu zin in om dit te vertellen, om het uit te leggen? Tenslotte is de reactie vaak hetzelfde. Geschokt, met een vleugje ongemakkelijkheid. Begrijpelijk, in ieder geval voor mij. Want zelfs ik weet af en toe nog niet hoe ik moet reageren. Al sta ik aan de hele andere kant van het verhaal.
Moeder van een overleden kindje
Daarnaast is vertellen –ook al praat je over iets wat zeven jaar geleden is gebeurd- deels herleven. Iets wat ik al elke dag doe, in meerdere of mindere mate, maar het is er altijd.
In de vorm van een lege plek aan de eettafel die eigenlijk allang gevuld had moeten zijn, de gezinsfoto op de schouw, of in de wetenschap dat hem snel weer moeten gaan bezoeken omdat het nu alweer echt te lang geleden is.
Erkend, aangegeven, overleden…
Hij is erkend, aangegeven en ik heb zijn overlijdensakte bewaard in een doos samen met een plukje van zijn haar en het dagboekje wat tijdens zijn leventje, wat overigens maar acht dagen mocht duren, werd bijgehouden. Hij staat in ons trouwboekje, op het geboortekaartje van zijn jongere broer en ook die weet zijn naam. Al kent hij deze alleen van de tripjes naar het tuincentrum om plantjes te kopen voor op het plekje wat mijn zoon zijn grafje heet.
En toch antwoord ik, ondanks dat het pijnlijk is om te bespreken, altijd met het cijfer drie. De waarheid. Tenslotte zal de baby in mijn buik toch echt mijn derde kindje worden. Dit is mijn derde kindje, mijn vijfde zwangerschap, maar toch heb ik dadelijk een gezin met maar twee kinderen in huis.
Iets wat besproken mag worden. Tenslotte heeft hij toch echt bestaan en doet dat nog steeds. Al is dat op een plek die je niet direct kan zien. In ons hart.
Lees ook: Niemand. Voor alle kindjes zoals jou.