Wat je denkt tijdens een wandeling met je kind(eren)
Op een zonnige herfstdag wil je eigenlijk niets anders doen dan genieten van het lekkere weer. Dus trek je er op uit. Samen met de kinderen. Jassen aan, sjaaltjes om en je bent klaar een stevige wandeling. Ook nog eens super gezond! Je verwacht binnen een half uurtje, uurtje weer terug te zijn. Precies op tijd om het eten te maken. Maar een korte wandeling met de kleine levensontdekkers? Je kan er zomaar een halve dag voor uittrekken. Als je geluk hebt tenminste…
Een enerverende wandeling
Enerverend. Is een woord wat in me opkomt. Als ik denk aan het meest recente loopje met mijn zoon. Maar ik denk dat jullie dat wel kunnen lezen in de kleine greep uit de dingen die ik zeg en denk, als ik met mijn zoon aan de wandel ga…
– Nog binnenshuis en voor de 80e keer “Trek alsjeblieft je schoenen en je jas aan!”
– Een half uur later en nog altijd thuis: “Kom hier, dan doe ik het wel.”
– Eindelijk buiten: “Nee, we gaan vandaag niet met de auto.”
– Ondertussen denkend: “Shit, ik heb een lui kind opgevoed.”
– “Nee, je mag niet met een kastanje naar een passerende auto gooien.”
– “Lik alsjeblieft niet aan die lantarenpaal.”
– “EN OOK NIET AAN DE STOEPRAND! BAH!”
– “Loop alsjeblieft een beetje door.”
– “Ga uit het gras. Daar poepen ho… Te laat.”
– “NEE. Je mag de hondenstront niet met je vingers onder je schoenen vandaan halen.”
– “Ja, ik zie hoe goed je met bomen kan knuffelen. Loop. Door!
– “Laat die duiven met rust!”
– “For the love of… LOOP DOOR!”
– “Ja schat, die buxusstruik is rete-interessant. Echt waar.”
– “En dat je al zeker 500 meter aflegt door stoepje op, stoepje af te gaan. Is echt het hoogtepunt van mijn dag.”
– “Oh, je gaat er ook nog eens (vals) bij zingen. Top!”
– Is het raar als ik hem bij zijn zus in de kinderwagen zet?
– Of hem met ‘vastbindt’ aan de duwstang en zo vooruit probeer te trekken?
– “Yup… Daar gaat een vliegtuig.”
– “Ah, je was dus daadwerkelijk van plan om te wachten tot dat ding compleet uit het zicht was.”
– “Kom. We doen een wedstrijdje! Wie het snelste bij de supermarkt is….”
– “Sorry schat. Het was niet mama haar bedoeling om je te laten struikelen.” Mama is gewoon geen ster in hardlopen, helaas…
– “Nee, met een schaafwondje hoef je niet naar het ziekenhuis.”
– “Ik ga ook niet de ambulance bellen, nee.”
– Onderwijl denkend: “Zal ik naast hem gaan zitten en keihard mee beginnen te janken?” Ik weet dat ik er inmiddels wel een beetje behoefte aan heb.
– Zoon staat ondertussen op en strompelt dramatisch verder. “We zijn morgen nog onderweg. Ik weet het zeker!”
– Zoon loopt op miraculeuze wijze weer normaal: “Top! Kunnen we nu een beetje doorlopen?”
– “Loop verdomme…” Oh, wacht. We zijn er al!
– En dan besef je je: we moeten ook weer terug.
– Shit! Waren we nu maar met de auto…
Lees ook: Eikeltjes tot de derde macht
Bron afbeelding: Pixabay.com