9 geheimen van een leerkracht: zo tem je je kind!
Linda Bosscher
Leerkrachten: ze hebben vaak een klas met zo’n 25-30 kinderen en hebben deze compleet onder controle. Ze hoeven maar met hun vingers te knippen en hun vinger op hun lippen te leggen en (bijna) elk kind is stil. Hoe krijgen ze dat voor elkaar? Jij hebt er misschien al moeite om één onder controle te houden…
Ik ben zelf leerkracht geweest. Ik heb inclusief stages zo’n 10 jaar voor de klas gestaan. En nu ben ik er alweer 6 jaar uit. Maar bepaalde kneepjes van het vak blijven mij altijd bij. Dat wil dus niet zeggen dat ik mijn kinderen altijd onder controle heb. Integendeel. Een klas of grote groep kinderen gaat mij prima af. Zolang het maar niet mijn eigen kinderen zijn 😉
Tips!
In die onderwijsjaren heb ik wel wat ervaring opgedaan met verschillende kinderen. Kinderen die door hun ouders én leerkracht af en toe wel achter het behang geplakt konden worden. Maar echt… er zijn geheimen om kinderen te ‘temmen’. En ik deel ze graag met jou. Misschien heb je er wat aan.
Trouwens; dit geldt voor alle soorten kinderen! Opvoeden is een vak apart…
1. Houd kinderen bezig
Als kinderen rusteloos en druk zijn dan wordt het tijd om wat met ze te gaan doen. Kom in beweging, ga naar buiten of doe samen een spelletje.
2. Vertel ze precies wat je van ze verwacht
En wees specifiek. Hoe meer duidelijkheid, hoe beter voor het kind.
“De televisie gaat uit in 3…2…1…” En zet hem dan ook écht uit. Want anders heb je de poppen aan het dansen.
3. Wees consequent
Heel moeilijk maar o-zo belangrijk. Anders gaan ze echt een loopje met je nemen. Hoe kun je kinderen opvoeden als ze niet doen wat jij ze vraagt?
4. Beloon positief gedrag
En dan niet met cadeautjes. Maar met andere dingen. Bedenk iets creatiefs zou ik zeggen!
Muntjes sparen voor goed gedrag en deze inwisselen voor een leuke activiteit bijvoorbeeld. Als je aandacht geeft aan het positieve gedrag van een kind dan gaan ze de volgende keer proberen het goede te doen in plaats van het slechte.
5. Bedenk een spelletje en creëer ‘goed gedrag’
Bedenk een wedstrijdje of spelletje om kinderen gemotiveerd te krijgen. Als je iets voor elkaar wil krijgen probeer er dan een wedstrijdje met tijd aan te verbinden. De tijd moet niet te lang zijn: geen uren maar eerder minuten.
6. Gebruik geheime gebaren
Een knipoog, een duim omhoog, een handkusje. Je kind heeft snel genoeg door als je vindt dat hij iets goed doet. “Ga zo door, je doet het geweldig!”
7. Let op je eigen manieren
Als je op je eigen manieren let en het goede voorbeeld geeft dan zie je dat vanzelf terug in je kinderen. Ze letten heel goed op wat de ouders doen en nemen daar het goede voorbeeld aan. Zorg dus voor een goed voorbeeld. Doe zelf geen dingen die je kind ook niet mag doen.
8. Geef kinderen een eigen verantwoordelijkheid
Wij hebben twee konijnen. Mijn opa zei ooit: “De dokter zei vroeger dat kinderen levend speelgoed moeten hebben.” En dat is waar. Maar je neemt natuurlijk niet zomaar een hond in huis (denk aan uitlaten, hondencursus, haren in huis…). Wij vonden twee konijnen beter in ons gezin passen. Na lang nadenken zijn ze gekomen en het is de taak van de kinderen om ze (onder begeleiding) te verzorgen. Dit is hun verantwoordelijkheid en hier leren ze ontzettend veel van. Ook als ze geen zin hebben moeten de konijnen toch eten krijgen.
9. Stel de juiste vragen aan je kind
Probeer vragen aan je kind te stellen die hij niet alleen hoeft te antwoorden met ‘ja’ en ‘nee’. Weet je niet wat je moet zeggen? Misschien heb je hier wat aan: 25 positieve dingen die je tegen je kind zou moeten zeggen. En deze vragen kun je elke avond bespreken voor het slapengaan: 3 vragen die je je kind elke avond kan stellen.
Bron hoofdbeeld: Stockfresh