Als ze maar niet lesbisch is
Ja, ik denk dat weleens. Over mijn dochter. “Als ze maar niet lesbisch is.” Maar voordat je je naar Facebook haast om een haatcomment achter te laten: ik ben niet homofobisch. Ik ben lesbisch. Ik ben een vrouw, getrouwd met een vrouw en samen hebben we een dochtertje. We zijn een meisjes-gezin en heel gelukkig met elkaar en haar. Maar stiekem hoop ik dat mijn dochter niet ook lesbisch is.
Ik ben, als lesbische vrouw, natuurlijk helemaal pro-gay. Ik geloof dat we dezelfde rechten verdienen als ieder ander, ik vind ons niet gek of vreemd, ik vind het meer dan normaal dat we kunnen trouwen en kinderen krijgen, ik vind mensen die rot of gewelddadig zijn tegen homo’s idioten en ik word intens verdrietig van homohaat. Kortom, in mijn boek is gay helemaal okay.
Maar waarom denk ik dat dan? “Als ze maar niet lesbisch is?” Nou, wel hierom.
Ik heb nooit heel veel moeite gehad met mijn seksualiteit en heb geen dramatisch coming out verhaal. Maar veel lesbische vrouwen en homoseksuele mannen hebben dat wel. Die worsteling, die is echt. En er is al genoeg om je druk over te maken als je puber bent. Dat hele homo-zijn en alles wat daar bij kijken, komt daar bovenop.
Lees ook: Wat als mijn zoon homo blijkt te zijn?
De wereld kijkt toch anders tegen je aan. In Nederland zijn de meeste mensen gelukkig vrij ‘normaal’, in de zin van dat ze homo’s normaal vinden. Maar er zijn zo belachelijk veel landen waar er nog ontzettend achterlijk wordt gedacht en gedaan over homoseksualiteit. Dat is iets wat ik als lesbische vrouw en moeder altijd met mij draag, vooral als we op reis gaan of als er hatecrimes of aanslagen worden gepleegd.
Het is zo’n gedoetje.
Toen wij een kindje wilden was dat best wel een omslachtig gebeuren. En natuurlijk zijn er ook een heleboel heterokoppels die (helaas) veel moeite hebben om zwanger te worden. Zij begrijpen dat het hele donorgebeuren, insemineren, uitzoeken hoe het zit met rechten, het uitleggen aan Jan en alleman heel heftig is.
Je moet altijd wat uitleggen. Nou vind ik dat helemaal niet zo erg – ik schrijf er vaak over en heb er nul moeite mee om andere mensen te vertellen dat “ja, onze dochter heeft twee moeders” en “nee, ze heeft geen vader maar een donor”. Maar je moet er maar zin in hebben. Mijn dochter zal altijd moeten uitleggen dat ze twee mama’s heeft en als ze dan zelf ook nog lesbisch is… nou ja, ik zou het heel erg vinden als ze dan te maken krijgt met veroordelende mensen.
Lees ook: Waarom ‘doe’ je geen kind uit de kroeg?
Dus. Daarom hoop ik dat ze niet lesbisch is. Misschien wil je nu roepen dat deze argumenten de strijd voor gelijke rechten onderuithaalt, dat deze manier van denken de vooruitgang die we hebben geboekt ondermijnt en dat ik hypocriet ben. Misschien. Maar even ter verduidelijking – de gevoelige lezer heeft het waarschijnlijk al wel tussen de regels door gelezen – ik wil net als iedere andere ouder dat mijn dochter gelukkig is. Dat ze kan doen en voelen wat ze wil. Dat ze zich veilig voelt en veilig is. Dat ze niet onnodig veel tegenslagen zal moeten verduren. Dat ze het gemakkelijker heeft dan wij. Dat ze vrij, blij en gelukkig is.
En natuurlijk kan dat allemaal, als je lesbisch bent. Het is gewoon lastiger. Als ze met een meisje thuiskomt, zal ik dat natuurlijk 100% supporten, net als mijn ouders dat hebben gedaan. Dan omarm ik haar vriendin, alsof ze mijn eigen dochter is. Dan dans ik me suf met haar op de Gay Pride en help ik haar door alle dieptepunten, onhandigheden en worstelingen heen. Maar ik zou stiekem best wel opgelucht zijn als ze met een Simon in plaats van een Simone thuiskomt.
Bron hoofdafbeelding: Pixabay