25x waarom een peuter hetzelfde is als een dronken volwassene
Denise Meijer
Je hebt niet geleefd als je nog nooit bang bent geweest om boodschappen te gaan doen of om vijf uur in de ochtend noodgedwongen Bumba hebt gekeken. Dit zijn slechts enkele aspecten uit het leven met een peuter.
We kunnen er zeker één ding over zeggen: het is nooit saai en ogen in je achterhoofd zijn geen overbodige luxe, want binnen nu en twee seconden vindt je jouw lieve, kleine minimensje ineens bovenop de boekenkast. Plassen gebeurt, ondanks al je pogingen om ze eindelijk op het verdomde potje te krijgen, nog te vaak op willekeurige momenten en natuurlijk het liefst op een zo’n ongemakkelijk mogelijk moment. Te laat, want communicatie is ook niet echt een ‘skill’ die peuters goed bemeesteren.
Lees ook: Het bordje leegeten? Dit zijn jullie tips & trics
Kleine Gremlin
Je kan een peuter met veel dingen vergelijken. Een Gremlin (die worden ook woest als ze ook maar met één teen het water aanraken zoals tijdens het dagelijkse baddermoment). Echter is er één vergelijking die op bijna alle vlakken de spijker op zijn kop slaat: een peuter lijkt in bijna alles het meest op die ene dronken vriend die ook jij waarschijnlijk in je telefoonboek hebt staan.
Ehhh, waarom? Nou om deze redenen:
- Ze beginnen te huilen zonder duidelijk, aanwijsbare redenen.
- Of worden kwaad om niets…
- En slaan en schoppen dan naar alles wat er in de buurt komt.
- Ze moeten altijd zeer plotseling naar het toilet en oh wee als je niet snel genoeg bent.
- Dit geldt overigens ook wanneer er gekotst moet worden: zonder F@#*^ing waarschuwingssignaal.
- Als je jezelf ook maar éven omdraait, dan ben je ze kwijt.
- Ze kunnen oprecht, dramatisch doen om de kleinste dingen (“WAAROM mag ik geen rauwe spaghetti als ontbijt!? Het leven is niet eeeeerrrlijk”)
- Knoeien doen ze met alles en vooral overal.
- Ze breken heel gemakkelijk je huis af als je ze aan hun lot overlaat.
- Ze zijn verschrikkelijk moeilijk als het op eten aankomt (Shoarma of McDonalds? First world problems…)
- En als ze het eindelijk eten, dan lijkt het voedsel op geen enkele manier in hun mond belandt, maar ernaast.
- Ze kennen totaal geen schaamte.
- En hebben beide moeite om hun broek aan te houden in het openbaar.
- Kijken waar je loopt is voor beiden iets te lastig.
- Net zoals het lopen in een rechte lijn trouwens.
- Ze vallen in slaap op elke plek waar ze kunnen liggen.
- Denk aan op de grond, op de tafel, in de auto, of op het toilet.
- Volzinnen creëren is natuurlijk veel te moeilijk.
- Ze maken teveel herrie!
- En met een beetje pech houden ze de buren wakker.
- Je moet hun handje vasthouden als ze oversteken, omdat je niet wil dat ze aangereden worden.
- Of struikelen over een onzichtbare kiezelsteen.
- Want ze doen zichzelf constant pijn. Juist als je net even niet oplet.
- En zitten de volgende dag onder blauwe plekken zonder een idee hoe ze hier aan gekomen zijn.
- Dat gezegd hebbende: ze hebben geen idee wat er de dag ervoor heeft mogen gebeuren.
Dus je hoeft er ook niet meer naar te vragen. Zucht!