De ‘van-alles-wat-moeder’
In mijn omgeving zie ik vele verschillende soorten moeders.
Sommige zijn moeilijk te doorgronden, sommige kan ik eigenlijk met één woord omschrijven.
Zoals de übermoeder, of de voetbalmoeder, of de rasechte jongensmoeder die op het schoolplein meer bezig is om haar vier zoons en (mannelijke) teckel in toom te houden dan echt bezig is met socializen. Dan heb je nog de bio-moeder, de werkende-moeder. En we kunnen nog wel even doorgaan… Je kunt het zo gek niet verzinnen of er is wel ergens een passende ‘moeder’ bij te vinden.
Wat voor moeder?
Ik ben aan de andere kant een moeder, die zichzelf nog nergens bij heeft kunnen passen.
En ja, ik benijd ze. De moeders die alles voor elkaar lijken te hebben, ouders die precies weten wat ze willen in hun leven en voor hun kind. Vrouwen die consequentie op hun voorhoofd hebben staan en chaos alleen maar kennen als een lelijk woord.
Ik kijk dan ook naar mijn zoon die de voor de zoveelste keer op een dag zijn Duplo-bak besluit om te keren. Even bedenk ik mij of dit een standje verdiend, maar ik zeg: “Ruim je dat straks zelf weer op?”
Hij knikt van ja. Ik weet wel beter…
Ik voel mij wel eens een slechte moeder, een sloebermoeder. Om vervolgens het schoolplein op te paraderen als de opgedirkte–Barbie-moeder.
Als dit vlees toevallig in de aanbieding is ben ik een bio-moeder en op sommige dagen een anti-suiker-moeder. Desondanks ben ik bijna dagelijks wel eens een coole-moeder. Om vervolgens weer uitgemaakt te worden voor het tegenovergestelde, omdat ik ook wel eens de consequente-moeder wil zijn.
En ja, misschien ben ik wel een we-eten-elke-dag-aan-tafel-moeder, behalve op patatdag-moeder en je mag overal een halve pot appelmoes bij als-je-je-bord-maar-leegeet-moeder.
Soms, wanneer het uitkomt, ben ik zelfs een beetje een luie-moeder. Maar op de dagen dat ze zon schijnt zelfs een redelijk sportieve-moeder.
Ik wil dat je-het-beste-uit-jezelf-haalt moeder. Maar desondanks vind ik het belangrijk dat je uitblinkt in het hebben van plezier. Al zal dat betekenen dat ik niet zal eindigen als een-bij-mijn-kind-inwonende-schoonmoeder.
Van tijd tot tijd zal ik mijzelf vinden als een helikoptermoeder, om mij vervolgens af te vragen waar zijn zelfstandigheid toch is gebleven?
Ik ben een loedermoeder, een versloeber-moeder, een het-huishouden-is-echt-niets-voor-mij-moeder.
De perfectionistische moeder, de streber, de chaoot, de humorist, de foute, slechte, goede, lieve, warme, koude…
Ach… het zal mij allemaal wat! Laten we het maar gewoon houden op een ‘van-alles-wat-moeder’.
Niet perfect, niet super, maar desondanks een ‘ik-houd-van-mijn-kind-met-heel-mijn-hart-moeder’!
Lees ook: Ik ben niet die moeder…