De wachtmaar-maffia
In de wereld van zwangerschap en geboorte bestaat er een tamelijk sterke neiging om groepen met een bepaald stokpaardje te betitelen als ‘maffia’. Mensen die enthousiast zijn over borstvoeding en dat enigszins fanatiek uitdragen: borstvoedingsmaffia. Ouders die zweren bij een draagdoek in plaats van een ordinaire kinderwagen: draagdoekenmaffia. Degenen die een hartverzakking krijgen bij de gedachte dat hun kind voor zijn zestiende op enige wijze in aanraking komt met suiker: suiker-is-gifmaffia. Hoewel er aan maffia’s dus geen gebrek is, zou ik graag nog een categorie willen toevoegen aan dit rijtje: de wachtmaar-maffia.
De wachtmaar-maffia: hoe herken je ze?
Deze groep richt zich vooral op mensen die hun eerste kind verwachten. De club bestaat voornamelijk, maar helaas niet uitsluitend, uit ervaringsdeskundigen: mensen met tenminste één kind. Ze leiden een sluimerend bestaan, tot het moment dat iemand in hun kennissen- of vriendenkring op de proppen komt met de blijde tijding dat er een eersteling op komst is. Leden van de wachtmaar-maffia kunnen hun maffiapraktijken soms min of meer in bedwang houden, maar storten zich met name massaal op aanstaande ouders die het wagen iets kritisch te zeggen over de ongemakken van een zwangerschap óf een zekere vorm van geestdrift aan de dag te leggen over de baby.
Ben je zwanger? Wacht maar!
Zwanger zijn is voor velen geen doorlopende extatische toestand waarin de ene roze wolk de andere blauwe dagdroom afwisselt. Met name in de eerste weken is er voor moeders soms weinig aan: de toiletpot wordt zó vaak omarmd dat je merkt dat je ineens een sterke mening hebt ontwikkeld over de keuze van het toiletblok en ’s nachts moet er dusdanig regelmatig geplast worden dat het niet zo’n gek idee lijkt om maar gewoon naast de wc te gaan liggen. Het energiepeil ligt behoorlijk stabiel rond de nul.
Vervelend allemaal, maar het leed wordt nog groter wanneer een van deze ongemakken wordt genoemd in aanwezigheid van een lid van de wachtmaar-maffia. Meteen gaat er een wenkbrauw omhoog en verschijnt er een spottend lachje: ‘Je denkt dat je nú moe bent?’ Minachtend hikje. ‘Wacht maar tot die kleine er is: dán ben je pas moe.’
Scheuren, knippen en hechten. Wacht maar!
Iets vergelijkbaars gebeurt wanneer je als ouders in spé laat merken iets leuk te vinden aan de gezinsuitbreiding. Warme gevoelens bij het zien van het eerste babywasje? ‘Wacht maar, straks was je twee keer per dag omdat ‘ie alles onder heeft gekotst.’ Even grinniken bij de bespottelijke aanblik van je bed op klossen? ‘Wacht maar, als je straks uitgescheurd, geknipt en weer gehecht op je bed moet klimmen, vind je het minder grappig.’ Weke knieën omdat de eerste schopjes zijn gevoeld? ‘Wacht maar, als het straks wat groter is, trapt het je ribben aan puin.’ Een vlaag van enthousiasme dan, omdat eindelijk het Enige Juiste geboortekaartje is gevonden? ‘Wacht maar, straks weet je dat je een hoop geld hebt uitgegeven voor iets wat iedereen bij het oud papier flikkert.’
Wacht maar…
Het opmerkelijke is dat de wachtmaar-maffia er schijnbaar op gericht is om aanstaande ouders er vooral op te wijzen dat ze zich geen illusies moeten maken over hun ouderschap: het is zwaar, je wordt er moe en vies en seksloos van en oh ja, wacht maar: je relatie gaat er dus ook aan.
De vraag is dan ook waarom de fanatiekste leden van de wachtmaar-maffia vaak twéé kinderen hebben?