Deel 2: Lilian had HG tijdens haar zwangerschap (en werd niet begrepen)
HG, oftewel: Hyperemesis Gravidarum. Ook wel extreme zwangerschapsmisselijkheid in de volksmond genoemd. Deze aandoening treft jaarlijks ongeveer 1 á 2 procent van de vrouwen. Zo ook Lilian. Die vanaf de zevende zwangerschapsweek last kreeg van oncontroleerbaar overgeven en hierdoor meermaals in het ziekenhuis belandde. Ze stuitte hier op veel onbegrip en wil door haar verhaal te doen aandacht geven aan HG en wat extreme zwangerschapsmisselijkheid met een persoon kan doen.
Lees hier deel 1 van het verhaal van Lilian!
Vicieuze cirkel
Op een bepaald punt kwam ik erachter dat zowel vermoeidheid, een lege maag ook een trigger was voor de HG. Als ik ’s nachts wakker werd met honger, was het bijvoorbeeld de volgende ochtend helemaal mis. Maar al at ik een pizza voor het slapengaan, dan nog kon ik wakker worden met een lege maag om de volgende dag oncontroleerbaar te spugen.
Iedere keer dat ik opgenomen werd en het niet lukte om te eten, werd er gedreigd met een maagsonde. Bij opname nummer zeven had ik in het weekend een hele fijne gynaecoloog die luisterde naar wat ik te vertellen had. Omdat ik zelf het idee had dat het probleem een lege maag was, wilde ik dus ook een sonde proberen. Deze gynaecoloog snapte mijn redenatie en zag ook in waarom ik dit wilde. Afgezien van wat HG geestelijk met je doet, was er inmiddels niets meer van mijn conditie over. Ik was erg verzwakt en ik moest straks ook nog bevallen.
Echter kwam er de volgende dag een andere gynaecoloog op mijn kamer en het enige wat ik te horen kreeg was: “Nee dat gaan we niet doen, dat is niet het protocol. Wat een weer he! Al die sneeuw ineens…” Nou, daar lig je dan met je mond vol tanden…
Ik kon niet meer (en niemand leek te luisteren)
Even later kwam de diëtiste op mijn kamer voor een gesprek over voeding. Uit frustratie en onmacht barstte ik in tranen uit. Daarop kreeg ik de vraag of ik mijn antidepressiva nog wel innam. Uiteraard had dit er niks mee te maken en ben heel boos geworden dat ik er helemaal klaar mee was en hier niet weer wil komen te liggen en daarom die sonde wilde proberen, zoals de vorige dag met de andere gynaecoloog afgesproken was. Zij leek me te snappen en ging overleggen met de gynaecoloog. Toen ze terug kwam vertelde ze dat hij niet akkoord ging en ik maar nutridrink moest proberen. Uiteraard hielp dat ook niks en ging ik daar juist veel van spugen.
De keer daarna dat ik opgenomen werd had ik weer een andere gynaecoloog die het allemaal wel mee vond vallen. Ik had het geluk dat ik na een opname steeds een poosje niet zo vreselijk hoefde te spugen en omdat ik inmiddels wel wist hoe het ging wachtte ik geen week meer met bellen als ik begon te spugen.
Maar toch hing ik daar weer boven de emmer, te zwak om op mijn benen te staan en mompelde iets in de trant van: “Geef me gewoon die sonde, dan is het klaar!”
Maar het enige antwoord wat ik kreeg was: “Dat is voor vrouwen die veel zieker zijn dan jij.” Dit maakte mij zo verdrietig en onbegrepen. Ik voelde mij zo ziek en de oplossing lag voor mijn gevoel zo voordehand, maar de personen die mij de oplossing konden bieden wilden niet meewerken.
Wie helpt mij?
De meeste verpleegkundigen waren gelukkig heel begripvol en tijdens de opname raadde een verpleegkundige aan om de controle afspraak, die na elke opname volgde en normaal gesproken bij de gynaecoloog van dienst tijdens de opname was, dit keer te plannen bij een gynaecoloog die wel luisterde en ik het wel goed mee kon vinden. Dan kon ik het gesprek ook aangaan wanneer ik niet ziek en zwak was.
Tijdens deze afspraak heb ik eindelijk te horen gekregen wat dan wel het protocol is voor er een sonde geplaatst wordt. Elke keer werd er wel gevraagd of ik behoefte had aan maatschappelijk werk of een psycholoog, maar daar had ik geen behoefte aan, dus zei ik iedere keer nee. Ik dacht dat dit ook een vooroordeel was omdat ik antidepressiva slikte. Echter schreef het protocol voor dat er eerst met een psycholoog of maatschappelijk werker gesproken moest worden alvorens er van het protocol afgeweken kon worden. Dit om onderliggende psychische oorzaken uit te sluiten. Ik viel namelijk niet genoeg af om een sonde te krijgen. Wij maakten de afspraak dat mijn man en ik een gesprek zouden hebben met een maatschappelijk werker en als haar bevindingen ook zouden zijn dat er geen psychische oorzaak zou zijn, we bij een volgende opname de sonde zouden plaatsen.
Uiteraard was dat ook de bevinding van de maatschappelijk werker. En misschien was het de rust die deze afspraak gaf of gewoon toeval, maar na deze afspraak heb ik geen enkele keer meer overgegeven en zes weken later, met 38 weken, is onze zoon Tom geboren.
Niet op tijd voor het ziekenhuis
De bevalling ging zo vlot dat we niet eens meer naar het ziekenhuis konden.
Iets wat eigenlijk wel moest, omdat ik de baby na de geboorte 12 uur geobserveerd moest worden voor mogelijke, ontwenningsverschijnselen van de antidepressiva. Omdat de bevalling zo snel ging zijn we na Tom zijn geboorte naar het ziekenhuis gegaan. Per ambulance, omdat ik een subtotaalruptuur had. Mijn man moest alleen, met onze zoon in de Maxi Cosi, richting het ziekenhuis.
Er waren nog twijfels of ik naar de OK moest om gehecht te worden onder narcose. Daarom mocht ik tot die tijd niet eten en drinken. Toen ik eenmaal gehecht was bleek het etenstijd en kwamen ze met de kar langs. Ik genoot van het eten, want eindelijk smaakte het weer en werd ik ook niet misselijk.
Totaal uitgeput
Doordat ik zoveel ziek geweest ben in mijn zwangerschap en de een snelle bevalling, was ik zo uitgeput dat ik niet meer op mijn benen kon staan.
Toen ik uit bed ging om me te gaan douchen kon mijn man nog net op tijd een stoel onder me schuiven om te voorkomen dat ik onderuit ging. Zodra ik ging staan werd het zwart voor mijn ogen. Dit heeft nog heel lang geduurd. De hele kraamweek heb ik op een krukje gezeten terwijl mijn man of de kraamverzorgster mijn kind verzorgde. Ik was nog te zwak om dit zelf te doen. Voor mijn zwangerschap liep ik rustig de trap op naar de zesde verdieping van de flats waar ik kwam voor mijn werk in de thuiszorg. Vier jaar later is het me nog niet gelukt om mijn conditie weer op peil te krijgen.
Toch een tweede kindje
Toen Tom 2 jaar was hebben we besloten om voor een tweede kindje te gaan.
Deze keuze was heel spannend, uiteraard. Ik had afspraken gemaakt met een gyneacoloog en we wisten dat we konden rekenen op onze familie. Dit gaf ons veel rust, maar toch bleef het spannend toen ik eenmaal zwanger bleek.
Bij Tom begon de HG rond een week of zeven dus ik zat echt te wachten.
Hoewel ik heel erg misselijk was heb ik de hele zwangerschap niet een keer overgegeven. Omdat vermoeidheid een trigger leek bij de eerste zwangerschap, heb ik vanaf het begin al heel rustig aan gedaan en heb ik gezorgd dat ik altijd wat kon eten. Ook gebruikte ik preventief maagzuurremmers en slikte ik andere antidepressiva.
Misschien is het toeval of heeft één van bovenstaande dingen ervoor gezorgd dat ik dit keer geen HG heb gekregen? We zullen we nooit weten maar wat wel waar is: iedere zwangerschap is anders. In ons geval zijn we daar heel blij mee!