Dit denkt een peuter die niet kan slapen
Als het om slapen gaat, probeer ik heel consequent te zijn met ons zoontje van twee. Een vast dagritme, een standaard avondritueel en altijd op dezelfde tijd naar bed. Meestal gaat hij dan braaf slapen. Maar af en toe is het spookweek. Vorige week was het weer raak: meneertje sliep soms om 23:00 nog niet.
Lees ook: Wat ik zeg versus wat mijn peuter begrijpt (of wil begrijpen…).
Ik kon er op het moment zelf absoluut niet om lachen. Maar nu hij weer goed slaapt, zie ik de humor van zijn nachtelijk geklets weer in. Ik stel mij voor dat dit door zijn peuterhoofdje ging:
1. Hee, nee! Waar gaan jullie heen?
2. Ik wil nog een verhaaltje. “Boekie lesuh!”
3. Ik ga mijn speentjes uit bed gooien; dan komen papa en mama wel terug.
4. Help! Mijn speentjes zijn weg! “Peentjuh!”
5. Ik gooi mijn knuffels uit bed.
6. Zo.
7. Boooringgg.
8. Even oefenen: “Neus, ooguh, ooruh. Beer ookk neus, ooguh, ooruh.”
9. Hmm … saai. “Papa, mama, kannie sapuh!”
10. Hmm….. geen reactie.
11. O jee, ik ben slaperig. Daar moet ik iets aan doen. Ik ga zingen.
12. “Leeje lan, hoewa, hoewa.” (vertaling: hij leve lang, hoera, hoera)
13. Ik heb dorst.
14. Wat heb ik vandaag meegemaakt? “Opa, oma, auto, …”
15. Nee echt, ik heb dorst. “Drikke!”
16. Waar is mama? “Mama, drikke!”
17. Waar blijven papa en mama nou? “Mweh!”
18. “MWEH!!!!!!!!!!”
19. Ah, daar is mama. Toch weer gelukt.
20. “Nee, niette drikke!”
21. Gelukkig; speentjes zijn the best.
22. Hee, nee! Waar ga je heen, mama?
23. Ik wil mijn Duplo-tractor. “Dupo pele.”
24. Waar is papa eigenlijk? “Papa, dupo pele!”
25. Ik ga tellen: “een, tee, ses, sefe, at, njegen, tie! Ik kom!”
26. Waar zijn mijn knuffels?
27. Ik ga achterstevoren in bed liggen.
28. Ik word weer slaperig. “Tupjes, la, la, la, la.” (vertaling: zingende tulpjes van Woezel & Pip)
29. Waar is mama? Gaap.
30. Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz.
Yes! Eindelijk! Hallelujah!