God creëerde mij, opdat ik voor mijn gezin kan zorgen!
Zóóó zwaar. Dat zijn de enige twee woorden, die mijn man kan uitbrengen als hem de vraag wordt gesteld: Hoe is het nu met je kinderen? Ik daarentegen gebruik zelden het woord zwaar als het om mijn kinderen gaat. Toen mijn dochtertje nog een baby was en mijn zoontje een peuter, toen vond ik het wel even zwaar. De één in de luiers en de ander nog half in de luiers, maar na een paar maanden ging het wel. Ik had de structuur gevonden en ik wist ongeveer wanneer ik wat moest doen. Sindsdien is het steeds minder zwaar geworden en is het zelfs leuker geworden.
Soms zou ik ze wel achter het behang willen plakken, maar wanneer mijn zoontje van die ‘grappige’ uitspraken heeft, dan moet ik wel erg hard om hem lachen.
Ik: “Jij bent de aller aller mooiste.”
Hij: “Nee, jij bent de aller aller aller mooiste.”
Ik: “Hoe heet mama?” Hij: “Mama Chen”
Hij: “Waarom zit er poep in de kerstboom?” (er zaten nep dennenappels in zo’n mini kunstkerstboom)
Zo gaat dat nog even door…
Zo zwaar is het wel…
Ik vond, dat ik het best goed deed met twee kleine kinderen. Zo was ik iemand die een aantal dingen tegelijkertijd kon doen, net als de meeste vrouwen waarschijnlijk. Terwijl de aardappels aan het koken waren, vouwde ik de was en kletste ik met mijn zoontje over zijn schooldag.
Toen de kinderen een aantal weken geleden ziek werden, vond ik mijzelf helemaal niet zo goed. Ze waren nooit tegelijkertijd ziek, tot vier weken geleden. Elke winter is het raak: hoesten. Het begint met een kuchje zo nu en dan, dan wordt het meer en ook ‘s nachts blijft mijn zoontje hoesten. Ondanks het gehoest overdag, blijft hij vrolijk en gaat hij lekker spelen. Maar ’s nachts gaat hij jammeren en huilen, vanwege het gehoest. Ons dochtertje sliep er gelukkig doorheen de eerste week, maar daarna begon zij ook te hoesten. Zo had ik twee hoestende kinderen met een loopneus in huis. Terwijl mijn zoontje lekker kon spelen overdag, hing mijn dochtertje aan mijn been. Ze jammerde voortdurend en huilde snel bij elk wissewasje. ’s Nachts vond ik het ergst…
Ik had, geloof ik, twee weken lang elke nacht maar een paar uurtjes geslapen. Tot overmaat van ramp werd mijn man ook ziek. Zo had ik de kerstvakantie niet voorgesteld. In ieder geval had ik niet gedacht, dat ik voor drie kinderen moest zorgen. Het slaapgebrek was het zwaarst; door het slaapgebrek had ik minder geduld met mijn kinderen, ik was eigenlijk…chagrijnig.
Zo vroeg mijn man in de ochtend aan mij: “Hoe doe jij dat toch? Zo weinig geslapen, ben je niet moe?” “Wat moet ik dan doen? De kinderen kunnen niks zelf, ik kan ze moeilijk aan hun lot overlaten?” “Ja, dat is waar,” dat was het enige wat hij kon zeggen. Wat een vraag, dacht ik. Natuurlijk was ik moe, ik zou de hele dag wel kunnen slapen, maar dat kon niet. Ik moest voor de kinderen zorgen. En eerlijk waar, het was niet de juiste manier, maar de televisie stond wel wat vaker aan dan normaal. Zo kon ik even zitten. Zitten was al genoeg voor mij. Het waren de zwaarste weken van mijn leven, voor zover ik mij kon herinneren. Zelfs de eerste weken na de bevalling waren minder zwaar. Ik was zo blij met de baby, dat het slaapgebrek mij niks deed. Elke ochtend was ik fris en fruitig. Dat was wel wat anders afgelopen paar weken.
Zóóó zwaar
Het hoesten is nog niet helemaal voorbij, ze snotteren en kuchen nog zo af en toe. Het gaat ’s nachts in ieder geval stukken beter. Tot mijn grote verbazing ben ik de enige die nog niet ziek is geweest binnen dit gezin. Soms denk ik dat God dit alles zo goed heeft gepland. Een gezonde vrouw bij een man zetten die net zo vaak ziek wordt als de kinderen. Zo kan deze vrouw voor het gezin zorgen, maar zwaar is het wel… maar laten we niet vergeten: mama kan alles!