De guilty pleasure met Kerst: zelf een kerststol bakken
Kerst betekent voor mij als kookliefhebber culinair uitpakken. Waar andere mensen acuut in de voorbereidingsstress schieten zodra Sinterklaas zijn hielen heeft gelicht, trek ik eindelijk likkebaardend de kerstdiners van de kookbladen weer uit de lectuurbak om te fantaseren wat ik dit jaar op tafel zou zetten als… Ja, ik zeg inderdaad als. Want helaas is het al sinds jaar en dag zo dat mijn schoonvader het liefst de hele familie mee uit eten neemt (en ja, hij mag kiezen wat en waar we eten met Kerst, de beste man is immers jarig een paar dagen voor Kerst), en dat ik het bij nota bene mijn eigen moeder en zus op de een of andere manier altijd afleg tegen het gourmetstel.
Jarenlang heb ik daar mokkend om lopen pruttelen en mieren, inmiddels heb ik mij erbij neergelegd. Het scheelt dat al die culinaire hoogstandjes aan de inmiddels aan de stamboom toegevoegde kinderen toch niet besteed zijn, althans, niet aan die van ons. Ik heb dan ook besloten mijn culinaire strategie te wijzigen en de aanval te kiezen vanuit een hoek die niemand verwacht: het Kerstontbijt. Je kan mij niet vertellen dat wie dan ook niet zal willen proeven van de lieveling van het Kerstontbij, de kerststol, met een heerlijke binnenkant van amandelspijs. Zeker niet als die zelfgemaakt is. Kom ik hopelijk toch nog aan mijn culinaire trekken deze Kerst…
Wees niet bang: wederom geen moeilijk recept, wel wat bewerkelijk, omdat het twee keer een tijdje moet rijzen. Zoek dus een onthaaste zondagmiddag uit om hem te bakken: je kunt de kerststol gerust een dag of drie van tevoren maken, zolang je hem bewaart in een goed afgesloten trommel/bak (en er nog niet van snoept uiteraard, dan drogen de aangesneden plakken niet uit). Zeker weten dat hij is gelukt? Bak er twee, zodat je er één kan voorproeven 😊. En die kleine kan lekker mee kneden hè!
Je hebt nodig:
- 125 g roomboter
- 350 g bloem
- ½ theelepel zout
- 1 theelepel koekkruiden
- 3 eetlepels witte basterdsuiker
- 1 schoongeboende (onbespoten) citroen
- 1 zakje gedroogde gist (7 gram)
- 2 eieren
- 150 ml lauwwarme melk
- 200 gram rozijnen
- 150 gram cranberries
- 50 g gepelde amandelen, grof gehakt
- 50 gram pecannoten
- 50 gram gepelde pistachenoten
- 50 g oranjesnippers
Voor de amandelspijs:
- nog eens 150 gram gepelde amandelen
- 150 gram suiker
- 1 ei
- sap van een halve citroen
Hoe je hem maakt:
Smelt 75 gram van de boter. Zeef vervolgens de bloem, zout, koekkruiden en basterdsuiker boven een grote kom. Sla het zeven niet over, want dit brengt lucht in het beslag.
Rasp de citroenschil erboven het bloemmengsel en bestrooi het gelijkmatig met de gist. Maak een kuiltje in het midden. Breek 1 ei boven het kuiltje en voeg de gesmolten boter en melk toe. Roer dit vanuit het midden tot een plakkerig deeg. (Wees gerust, dit wordt na het kneden minder). Bestuif het werkvlak met bloem en kneed het deeg 10 (!) minuten met de hand. Tien minuten is best lang, dus zet de timer want anders denk je misschien te snel dat je al klaar bent. Je moet het deeg steeds uit rekken en weer dubbel te vouwen, tot het soepel is en niet meer aan je handen plakt. Leg dan het deeg terug in de kom en dek het af met een vochtige theedoek. Laat het deeg op een warme plaats ongeveer 45 minuten rijzen.
Pers dan de helft van de citroen uit. Klop het tweede ei los in een kommetje. Maak dan zelf de amandelspijs: maal 150 gram gepelde amandelen en 150 gram suiker heel fijn in de keukenmachine. Splits het 3e ei en voeg terwijl de keukenmachine draait het eiwit toe. Het is geen drama als er een spoortje eidooier door zit, sommige mensen voegen ook de eidooier toe. Voeg tot slot het sap van een halve citroen toe. De amandelspijs is nu klaar, maak er een worst/rol van.
Bestuif het werkvlak opnieuw met bloem en druk het deeg een beetje platter. Leg de rozijnen, cranberries, amandelen, pecannoten, pistachenoten en oranjesnippers in het midden, vouw het deeg eromheen en kneed de vulling erdoor. Je kunt eventueel ook nog sukade toevoegen; wel heel klassiek in een kerststol, maar ik ben er niet zo gek op. Laat in dat geval 1 van de notensoorten weg.
Bestuif de deegroller met bloem. Maak van het deeg een dikke ovale lap. Leg de rol amandelspijs in het midden van de lap deeg (in de lengte). Je kunt de stol nu op twee manieren vouwen: klap de ene helft boven op de andere , of vouw eerst 1/3 van het deeg van links naar rechts over de spijs heen, en dan de andere 1/3 van rechts naar links. Bij de eerste manier ontstaat een beetje de kenmerkende asymmetrische vorm van een kerststol, bij de manier is hij wat ronder van vorm. Druk de zijkanten van de stol een beetje dicht. Laat het brood op een met bakpapier beklede bakplaat onder een vochtige theedoek 45 minuten narijzen.
Verwarm de oven op 220 graden. Smelt de rest van de boter. Bestrijk het deeg met de helft van de boter. Zet dan de oven terug op 200 graden en bak de kerststol in 30 tot 35 minuten goudbruin en gaar. Leg de stol op een rooster, bestrijk met de rest van de boter, garneer met een handje geschaafde geroosterde amandelen en bestuif met een dikke laag poedersuiker.
Ook heel leuk om weg te geven!
Liever een eigenwijs recept? Probeer deze feeststol van Jamie Oliver met speltmeel.