Hallo kleintje…
…wat word je toch groot!
Het is iets waar je al zo lang niet over kan stoppen met praten.
Je hebt het erover als je je groenten hebt opgegeten of als je je best hebt gedaan op school.
Je groeit en dat elke dag een beetje meer.
Soms word je er wel eens midden in de nacht wakker van, want groter worden is niet makkelijk. Groeien doet soms een beetje pijn. Ik zie hoe je er moeite mee kan hebben, want het gaat voor jouw gevoel niet snel genoeg.
En je doet alles om ook maar iets groter te lijken. Je wilt soms meer dan je hebben kan, je doet stoer en probeert me te laten zien hoeveel je ‘zelluf’ kan.
Lees ook: Ik ben de moeder van dat ‘kutkind’
Je wringt je los. Al houd ik je nog zo graag vast. En laat ik het niet in mijn hoofd halen om je ‘mijn baby’ te noemen. “Ik ben geen baby meer,” zeg je dan kwaad. Om vervolgens de dagen af te tellen tot je weer een jaartje ouder bent en een jaartje groter zal zijn.
“Ik ben niet bang”
Dat zeg je stoer in het donker, in jouw kamer, alleen, want ook DAT is wat ‘echte grote’ kinderen doen. Maar bij het eerste de beste, onbekende geluid. Sta je naast mijn bed en kruip je stilletjes tussenin. “Ik had het een beetje koud,” lieg je. En ik trek je tegen me aan.
Ik ruik aan je bolletje, aan je net gewassen haar en zelfs door de walm aan ‘grote kinderen-shampoo’, herken ik jouw geur. Het geurtje wat je bij je draagt sinds je geboren bent, het geurtje wat me laat voelen van: ‘Hee! Dat is mijn kind.’ Ik geniet van het moment. Wetende dat je morgen gewoon weer verder zal gaan met ‘groter’ worden en je steeds iets minder vaak met me zal knuffelen als dat je vroeger deed.
Maar ó, lief kind van mij. Je wordt zo groot, maar bent nog zo klein. En ik zal het misschien niet in mijn hoofd halen om te zeggen, hoewel je best mag weten:
Zelfs al ben je 18 en twee meter…
Je zal ALTIJD mijn baby zijn.