Mijn kind en de ‘grote mensen woorden’
De kat heeft ergens in huis gepiest. Ik ruik het zodra ik beneden kom. Zo smerig! Is altijd vervelend, maar nu we sinds 4 januari in de kraamtijd zitten en je elke dag wel iemand op visite krijgt, extra vervelend. Zodra ik het ruik, klinkt er een hartgrondige ‘kutkat!’ uit mijn mond. Wat uiteraard herhaald wordt door Daan… Dat woord vindt hij toch al interessant. Want het woord kut mag je niet gebruiken; da’s een grote mensen woord. Net als shit, of gvd. Wat hij overigens nauwelijks verstaanbaar uit kan spreken, maar toch. Het zijn grote mensen woorden. En daar hebben we nu een oplossing voor!
Ik wil dat nu niet horen!
Ik vind het belangrijk, dat Daan netjes praat, niet brutaal is en zeker niet scheldt en vloekt. Dat kan lastig zijn als je een moeder hebt, die kan vloeken als een bootwerker. Daarom hebben we de term ‘grote mensen woord’ overgenomen van mijn zwager. Als hij later groot is, dan beslist ie zelf maar, maar nu wil ik dat niet uit Daans mond horen.
Piemel
Tieten! Ook zoiets. Vind ik een prettig woord. Maar als mijn zoon van 5 het ineens over míj́n tieten heeft, klinkt het al een stuk minder prettig. De oplossing bleek (dankjewel Sanneke): Als je iets zelf hebt, noem je het zoals je het wilt. Heb je tieten, dan mag je tieten zeggen. Heb je ze niet, dan zeg je borsten. Wil hij zijn piemel, pikkie of lul noemen, dan mag dat. Maar ik moet piemel zeggen. Duidelijke afspraak! Het werkt bij ons thuis!
We vloeken niet!
Ik ben Christelijk opgevoed en vloeken was thuis dus uit den boze! Nu ik groot ben, en dus ook zelf mag beslissen, vloek ik stiekem toch. Niet waar mijn ouders bij zijn uiteraard. Daan weet dat het grote mensen woorden zijn. Gevloek wil ik eigenlijk niet horen in huis, en zeker niet door een kind. Ook al ben ik zelf christelijk opgevoed, dat is me met Daan niet gelukt. Dat het tijd wordt voor wat kennisoverdracht op dat gebied bleek tijdens kerst…
Een grote mensen woord…
Mijn schoonmoeder zingt in een klassiek koor en trad vlak voor kerst op. Wij gingen kijken/luisteren. Iedere keer als het koor het woord ‘Jezus’ zong, klonk er uit Daans mond: ‘Ooooh, dat mag je niet zeggen, dat is een grote mensen woord…’
Een ding weet ik nu wel zeker; Daan weet duidelijk hoe het ‘heurt’. Nu mama nog…