Wat niemand je vertelt over je tweede
Ok. Je hebt kind numero uno als projectje redelijk veilig door de eerste levensjaren geloodst (meestal 2), en het begint weer te kriebelen. Bovendien, het gezin voelt niet compleet. Dan ga je ervoor toch?
Dolgelukkig ben je als het mag lukken. Dan ben je zwanger. Je geniet. Been there, done that. Het voelt bekend. Toch is het anders, want je hebt al een dreumes rondlopen. Je oogappel en je eerste lieveling, die je ondertussen vast voorbereidt op de komst van het broertje of zusje. De vraag is: ben je zelf ook voorbereidt op wat er gaat komen?
Lees ook: Wanneer een tweede kindje?
Vier handen op een dikke toeter
Niet om je af te schrikken. Maar oh, die eerste periode na de geboorte van onze tweede kind. Mijn dochter was toen 2,5. Echt zo’n heerlijke dreumes. Voor de komst van zoonlief deden we alles samen. Vier handen op een dikke toeter zeg maar. Geen glijbaan was me te veel. Zelfs met buik en al, kroop ik gerust achter dochterlief aan door de ballenbak. Alles om haar te zien stralen.
Je vermaakt je prima samen. Je geniet. De meest moeilijke peuterkoppigheidsfase lijkt al bijna voorbij. De band tussen jullie tweetjes is beter dan ooit.
Opeens is het voorbij
En opeens. Vanaf het moment dat het nieuwe rood rimpelig perfecte baby’tje met wazige oogjes zich een weg in je leven baande, is dat verdwenen. Van de ene op de andere dag hoor je dat heerlijke stemmetje, beneden lekker keuvelen tegen de kraamhulp. Terwijl jij er bovenop aan het komen bent, en zorgt voor de tweede spruit die volkomen afhankelijk is van jou. Of je hoort je eerste spruit erbarmelijk huilen, en je wou dat je wat mobieler was, want oh. Het is toch ook wat. Zoveel veranderingen in het leventje van zo’n klein meiske. Is papa, opa of oma nu niet te streng? En heeft ze eigenlijk wel een sjaaltje om?
Opeens zie je haar vanuit het raam, op haar rode fietsje. Ze sleept het over het tuinpad, en het ziet er zo aandoenlijk uit. Liefst zou je haar willen knuffelen. Alleen je bekijkt het op afstand. Jij bent er niet meer echt bij. Iemand anders neemt het over. Opa of oma. De kraamhulp. Het voelt als afscheid nemen van een bepaalde periode. De periode met jullie tweetjes, of drietjes als je papa meerekent.
Natuurlijk je krijgt er wat moois voor terug: je tweede schatje. En de herinneringen die je gaat maken met twee kinderen in plaats van één.
Zij werd zelfstandiger, en ik moest loslaten
Niemand heeft mij verteld dat dit best moeilijk zou zijn. Pas in mijn kraambed drong het tot mij door dat het nooit meer hetzelfde zou zijn. Vanaf dat moment veranderde er iets wezenlijks tussen mij en mijn oudste dochter. We namen wat meer afstand van elkaar, leek het. Zij werd zelfstandiger, en ik moest loslaten. Ondanks dat we nog steeds close zijn.
Ik had het achteraf dus niet zo gek bekeken, toen ik in de week voorafgaand aan de geplande keizersnede nog van alles en nog wat met mijn dochter ondernam. Dat allemaal met in mijn achterhoofd: nu kan het nog.
Inmiddels ben ik even geroutineerd met twee als met een en ondernemen we wekelijks toch wel iets leuks. Nu wil ik van ze allebei genieten. Hier en nu. Elke fase van hun leven, want hoe cliché ook, het is zo voorbij. Nog even, en ze willen alleen maar met vriendjes en vriendinnetjes, en niet meer met mama op pad. Snik.
Lees ook: Een brief aan mijn kind: Loslaten is moeilijk
Het hoort erbij
Dat gemis dus. Ik bereid je er vast op voor. Het hoort erbij. Had iemand mij dat verteld, had ik het niet begrepen. Je weet het pas op het moment dat je het voelt. ‘Gelukkig’ was het gemis wederzijds, want anders voel je je ook zo misbaar.
Elke dag, als ze ons een kusje kwam geven, vroeg ze wanneer ik weer beter zou worden. Ze wist goed dat mama au aan de buik had. Ze gaf me er lieve kusjes op en vroeg me dan of het weer beter was nu, en of ik haar weer kon tillen. #Smelt. Ook reageerde ze dol enthousiast, wanneer ik mij weer met mijn gammele lijf naar beneden begaf, wat mij nog meer motivatie gaf om mij vroegtijdig naar beneden te begeven.
Inmiddels is mijn dochter bijna vier. Vandaag belde haar juf om te vragen wanneer ze kon komen kennismaken. De tijd vliegt. En wij?
Wij zijn zes handen op een buik. Acht als je die van papa meerekent.