“Nooit meer een inleiding!”
Veel vrouwen krijgen rillingen als ze terugdenken aan hun bevalling. Ine (22) ook. Ze had een traumatische bevalling, met een inleiding van 6,5 dag! Toch was het de pijn meer dan waard voor haar.
“Mijn zwangerschap ging niet bepaald van een leien dakje. Tot de 17e week was ik alleen maar ziek. Daarna heb ik tien weken rust gehad, voordat de eerste weeën kwamen. Mijn man belde de verloskundige, die gelukkig snel kwam. Ik bleek geen ontsluiting te hebben. Wel vermoedde ze met de kracht van de weeën dat ik die dag nog zou bevallen. Dat was supervroeg, 27,5 week! De ambulance kwam en ik werd met spoed naar het ziekenhuis vervoerd. Gelukkig deden de weeën niks. M’n weeën werden afgeremd met een wee-remmend-middel, waardoor ik om 4uur ’s nachts weer naar huis mocht.”
Lees ook: Traumatische bevalling? Praat erover!
“Toen ik de 36e week gehaald had, merkte ik dat mijn ondergoed steeds nat werd. De verloskundige heeft wat vocht opgevangen, maar ze kon niet met zekerheid zeggen of het vruchtwater was. Ik moest sowieso naar het ziekenhuis aangezien mijn bloeddruk weer veel te hoog was. Ik pakte m’n tas in en ook alvast wat kleertjes voor mijn (toekomstige) dochter. Op dat moment verlies ik een plens vocht. De verloskundige adviseerde om alles in te pakken. Ze zei dat m’n vliezen gebroken waren en dat ik niet meer naar huis mocht totdat de baby er was.”
“In het ziekenhuis vertelde ze me dat ze niet zo zeker waren of m’n vliezen echt waren gebroken. Het was 4 september en ik moest weer naar huis, om de volgende dag alweer terug komen. Die vrijdag ervoor werd ik opgenomen met een hoge vliesscheur en zou worden ingeleid met 37 weken zwangerschap. Mijn dochter was opeens niet meer ingedaald, dus als er ontsluiting kwam, kon het nog weleens levensgevaarlijk worden. Ik bleef van zaterdag tot en met maandag in het ziekenhuis ter observatie. Daarna kon ik weer naar huis, waar ik bedrust moest houden en iedere dag aan de CTG moest.”
Lees ook: “Ik had een heel saaie bevalling”
“De 37e week was aangebroken. Binnen twee dagen hebben we onze dochter – dacht ik. Om half acht ’s ochtends kwam ik binnen en kreeg ik een gel. De weeën kwamen snel en ik kreeg ’s middags nog twee shots met een flinke weeënstorm als gevolg. Ik was blij, want dat betekende dat het hielp. De gynaecoloog voelde om 12uur ’s nachts; ik zat op een halve centimeter ontsluiting. Een grote teleurstelling. Ik kreeg een shot in mijn bil om te gaan slapen, we zouden de volgende dag verder gaan.”
“De volgende ochtend kreeg ik weer gel. Dit leidde ’s middags weer tot hetzelfde resultaat met een weeënstorm van hier tot Tokyo. ’s Nachts werd er weer gevoeld en bleek ik nog maar één centimeter ontsluiting te hebben. Dit wilde ik niet! Ik wilde graag een keizersnee als het zo doorging. Dat bleek niet mogelijk. Sterker nog, de dag erna gebeurde er helemaal niks.”
Lees ook: Bloedend moederhart: met gierende banden naar het ziekenhuis
“Weer een dag later mocht ik naar huis. Toen ik had besloten dat ik dat wel wilde, viel ik boven op mijn buik. Gelukkig bleek er niks mis met de baby, maar ik mocht toch ‘gezellig’ op de afdeling blijven. Na de rustdag kreeg ik weer een gel. ’s Middags plaatsten ze een ballontje. Dit mocht eigenlijk niet, in verband met mogelijk infectiegevaar, maar het ziekenhuispersoneel wist het ook niet meer. Vrij snel kwam het ballontje weer los en er was nog steeds niets gebeurd. Er werd een nieuw ballonnetje geplaatst. ’s Morgens zat die weer los en -natuurlijk- was er nog steeds niks gebeurd.”
“De hoofdarts en vier assistent gynaecologen kwamen binnen. We bespraken dat ik een keizersnee zou krijgen op 9 september om 15.00u. Toch wilde de hoofdarts eerst nog even voelen. Ik bleek eindelijk twee centimeter ontsluiting te hebben, maar geen verweking of verstrijking. Al met al was het genoeg voor hem. Hij kon mijn vliezen breken en de wee-opwekkers aanzetten. Ik moest een ruggeprik aangezien ik koorts begon te krijgen.”
Lees ook: 5 feiten en fabels over een spoedkeizersnede
“Na twee uur puffen kreeg ik mijn ruggeprik. Dat was echt fantastisch! Ik heb de hele dag geslapen. Aan het einde van dag zat ik op drie centimeter ontsluiting. De volgende ochtend had ik zat ik nog steeds op drie centimeter. Rond acht uur had ik vier centimeter en om tien uur nog steeds. Als er om 12uur niets veranderd zou zijn, kreeg ik een keizersnede. En ja hoor, om 12uur had ik vijf centimeter ontsluiting. Tien minuten laten kreeg ik de eerste persweeën. Ik moest roepen als ik het gevoel kreeg dat ik moest poepen. Dit heb ik de hele bevalling niet gehad. Om 13uur hield ik het niet meer en riep ik naar mijn moeder dat ik al iets uit mijn baarmoeder voelde komen.”
“Het is 14uur en ik word weer getoucheerd. “Mevrouw, u heeft 10 centimeter ontsluiting plus het hoofdje van de baby is al uit de baarmoeder u mag persen”. EINDELIJK. Nog geen twintig minuten later werd mijn dochtertje geboren na een zwangerschapsduur van 37 weken en 6 dagen. Ik was dolblij! Na een helse inleiding van 6,5 dag, beviel ik van een kerngezond, maar wel heel klein, meisje. Ik heb er nog steeds een trauma van, maar het was het meer dan waard!”
Lees ook: ‘Keizersnee, keizersnee, dit gaat niet lukken!’
“We willen zeker wel een tweede kindje, maar absoluut NOOIT meer een inleiding. Dan maar een keizersnee, maar dit wil ik nooit meer. Ik heb het ook aangegeven bij de kraamverpleegkundige dat ik er veel last van had. Het kindje voelde niet als van mij. Ik zat niet in een postnatale depressie, maar er wel heel erg dicht tegenaan. Vanuit mijn natuurlijke aard had ik voortdurend het gevoel om voor het kindje te zorgen, ik moest en zou sterk zijn. Zeker bij een volgende zwangerschap, ook als advies aan andere vrouwen, laat ik me niet meer afschepen. Het ziekenhuispersoneel bepaalt niet over mij! Wij vrouwen mogen best meer op onze strepen staan.”
Bron hoofdafbeelding: Flickr