Rot op met je ‘samen spelen, samen delen!’
Van jongs af aan wordt het ons ingeprent: samen spelen, samen delen. Het lijkt ‘normaal’ te zijn maar sinds ik moeder ben, ouder ben geworden en hier veel over nagedacht heb vind ik het een verschrikkelijke uitspraak die nergens op slaat. Hoezo moeten je kinderen samen spelen en samen delen met andere kinderen? Ik heb hier een mening over en mijn kinderen heb ik geleerd dat ze niet verplicht zijn om samen te delen en samen te spelen.
Samen spelen, samen delen!
Ik was vroeger een kind die heel graag op zichzelf was. Ik kon uren in mijn kamer zitten zonder ook maar een mens te zien. Tegenwoordig heet dat introvert. Ik kon mijzelf ook uren vermaken met mijn eigen spullen die me zo dierbaar waren. Als mijn broertje en zusje dan eens om de hoek kwamen kijken en ik ze wegstuurde omdat ik ALLEEN wilde spelen hoorde ik mijn moeder op de achtergrond roepen: “SAMEN SPELEN, SAMEN DELEN!” Ze kwamen als een orkaan mijn kamer binnen, trokken alles overhoop en lieten mij achter met de ravage en compleet uit mijn spel gehaald. Dit trok ik niet!
Of ken je dat gevoel dat je jarig bent, je eindelijk dat speelgoed krijgt wat je al heel lang wil hebben en alle kinderen er op de verjaardag mee willen spelen? Uiteraard wil je dat niet want je wil het rustig uitpakken als iedereen weg is maar je ouders zeggen: “SAMEN SPELEN, SAMEN DELEN!” Dus je net nieuw gekregen speelgoed wordt uit de verpakking getrokken, ligt overal en nergens en jij hebt er niet als eerste rustig mee kunnen spelen.
Maar toch leren wij onze kinderen weer hetzelfde: samen spelen, samen delen! Terwijl je weet hoe k*t het is.
Samen spelen hoeft niet
Toen mijn kinderen jong waren en ik een dagje met ze naar het strand ging, had ik net nieuw zandspeelgoed gekocht. Opeens kwamen er vanuit alle hoeken op het strand kinderen aanwaaien die het nieuwe speelgoed zagen blinken en dat ook wel interessant vonden. Vervolgens hoorde je die moeders zeggen ‘daar mag je echt wel even mee spelen…’ knikkend naar jou als moeder. Ik had niet de kans om te zeggen ‘nee, dat mag niet’. Kinderen gingen met het speelgoed aan de haal en vervolgens kon ik het overal en nergens vandaan trekken en waren die kinderen alweer met de noorderzon vertrokken. In het ergste geval was het speelgoed ook alweer gesloopt.
En als ik wel de kans kreeg om te zeggen dat ik dat niet wilde hebben of mijn kind beet van zich af dan kreeg ik een snauw van die moeder en vond ze mij en mijn kind egoïstisch. Samen spelen, samen delen toch?
Alles moet gedeeld worden
Je denkt dat het beter wordt als je ouder bent maar ook dan vindt de hele wereld opeens dat je moet delen en weten ze je te vinden als je wat hebt wat ze goed kunnen gebruiken.
Koop je een nieuwe auto wil iedereen die auto opeens lenen en er gebruik van maken. Koop je een vakantiehuis, wil iedereen vakantie vieren in dat huis. Terwijl ze anders nooit naar die bestemming zouden gaan maar net wel wanneer jij dat huis hebt. Want dat is lekker makkelijk en dat huis is toch gemeenschappelijk goed? Omdat jij het hebt gekocht moet het opeens algemeen gebruik zijn terwijl ze zelf niet de moeite doen om te sparen voor een vakantiehuis.
Als jij een broodje zit te eten en er komt een onbekende naast je zitten; moet jij dan meteen je broodje delen?
Leer je kind ‘nee’ zeggen
Dus dat hele samen delen, samen spelen; denk jij er wel eens over na als je dat tegen je kind zegt? Deze boodschap wordt ons hele leven in onze hersenen gestampt, als een mantra: samen delen, samen spelen. En als je niet deelt ben je egoïstisch. Denken we zelf wel eens na over deze boodschap of herhalen we deze mantra die ons ons hele leven is verteld? Terwijl we diep van binnen ook wel weten dat het nergens op slaat.
Natuurlijk moet je je kinderen leren te delen maar je moet je kind ook leren ‘nee’ te zeggen. Als we ouder zijn komen we er zelf achter dat we geen ‘nee’ kunnen zeggen. We nemen we onszelf voor om meer ‘nee’ te zeggen. Eigen keuzes maken. Nee is ook een antwoord!
Maar onze eigen kinderen leren we wél dat ze geen ‘nee’ mogen zeggen, samen moeten spelen en vooral samen moeten delen. Als je kind wil delen dan zal hij dan vanzelf doen. En natuurlijk moeten wij daar als ouder in sturen.
Wie heeft deze regels eigenlijk bedacht? Ja, we moeten onze kinderen leren om te delen. Maar je hoeft niet alles op te offeren wat je hebt voor een ander. We moeten onze kinderen leren dat ze niet meteen hun eigen normen en waarden op hoeven te geven als een ander kind (of ouder) wat opeist.
Dwing je kind niet
Wij moeten onze kinderen leren hoe ze als volwassenen kunnen functioneren. En daar hoort ‘nee’ zeggen ook bij. Als we ze dat niet leren en onze kinderen ouder worden weten ze ook niet hoe ze ‘nee’ kunnen zeggen en lopen ze tegen dezelfde problemen op als wij. Ze kunnen geen grenzen stellen. Ik ken meer mensen die geen nee kunnen zeggen dan kinderen die niet uit zichzelf met elkaar delen.
Je wil dat je kinderen zijn of haar grenzen aan leert geven. En dat begint bij het niet altijd hoeven delen en samen spelen. De behoefte van je kind hoeft niet op een laag pitje gezet te worden omdat een ander wat van ze wil. Wij zetten ons leven ook te vaak opzij omdat een ander onze agenda beheert. We verliezen onszelf daarmee uit het oog en leven ons leven zoals een ander dat wil. Als volwassenen moeten we dit probleem erkennen en stoppen met het dwingen van onze kinderen zichzelf weg te cijferen voor een ander.
Denk na!
Denk dus even na voordat je een andere moeder een vuile blik toewerpt omdat haar kind niet wil delen met jouw kind. Als jij vindt dat die moeder haar kind geen goede manieren heeft geleerd; is dat werkelijk zo? Misschien heeft ze haar kind juist wel leren ‘nee’ te zeggen en kun je je afvragen bij wie die goede manieren dan ontbreken.
Dus wanneer je kind weer een keer overstuur naar je toe rent en van streek is omdat een ander kind niet wil delen of wil spelen, bedenk dan dat we niet in een wereld leven waarbij je je hele leven op moet geven voor een ander. En dat zouden wij als volwassenen ook moeten doen.
Ik heb mijn kinderen nooit geleerd dat ze moesten delen, beter leer je ze om ‘nee’ te zeggen en hun grenzen aan te geven.