Een sloot vlakbij een speelplaats. Dat verzin je toch niet?
Wat er vandaag is voorgevallen heeft mij diep geraakt en heeft mij tot een (hopelijk) tijdelijk emotioneel wrak gemaakt. Het had zó anders af kunnen lopen. Ik denk de hele tijd: “Wat als…” Bijna was er een kind verdronken. Bijna! Gelukkig is het een ‘eind goed, al goed’-verhaal geworden en daaraan moet ik mij vasthouden.
“Het was een geluk bij een ongeluk, dat ik ziek thuis zat. Op doktersadvies moest ik in bed blijven met een fijne antibioticakuur. Aangezien ik ook nog een kleine kleuter in de rondte heb dartelen, betekende dit: een dagje bank-hangen.
Angstaanjagend gegil
Voor het eerst sinds ik hier woon, ben ik blij dat de woningbouwvereniging mij onderdak biedt in dit slecht geïsoleerde huis; Ik hoorde namelijk plots angstaanjagend gegil van een kind. Mijn kleuter hoorde dit ook en volgde mij naar de galerij. Vanaf de galerij zagen wij een aantal kinderen langs de waterkant en mijn zoon, met een goed stel ogen, wist mij met een triomfantelijk stemmetje te vertellen dat er een kindje aan het zwemmen was.
Lees ook: Dit is het verhaal van het verdronken meisje
Kind in de sloot!
Ik riep naar de kinderen of er een kind in het water lag en zij schreeuwden ‘JA!’. Voor ik het wist had ik 6 trappen achter mij liggen, iets wat bijzonder te noemen is in mijn huidige staat van ontbinding, en stond ik in mijn joggingpak op mijn ‘blote sokken’ (zoals mijn zoontje het noemde) aan de waterkant, waar ik zag hoe het kindje enkel nog zijn gezichtje boven water wist te houden.
Inmiddels was er een man ter plaatse gekomen die het kind aan de kant probeerde te krijgen met takjes. Eén van de meiden die langs de waterkant stond vroeg of ik wél kon zwemmen, hierdoor nam ik aan dat de lieve man niet kon zwemmen en het water daarom niet in was gegaan. Mijn insulinepompje en telefoon heb ik aan één van de meiden gegeven en ben het water in gegaan. Het kind naar de kant gebracht waarop de man hem er uit tilde. Alles ging razend vlug en de adrenaline gierde door mijn lijf.
Lees ook: Martine verloor haar zoontje even uit het oog en hij verdronk…
Mos in zijn donkere haartjes
Eenmaal aan de kant kwam de moeder van het 3 jaar (schat ik) oude, ventje aangesneld. Toen ik hem daar zag staan rillen van de kou, huilend en nog steeds verstijfd, met het mos als een deken over zijn donkere haartjes heen, brak mijn hart. Het had zó anders af kunnen lopen.
De moeder probeerde haar kontkrummel te troosten en ondertussen las zij het oudere broertje de les; Hij had beter op moeten letten. Heel brutaal heb ik de moeder onderbroken en gezegd dat ze de verantwoording niet bij het oudere broertje mag leggen. Zij is namelijk verantwoordelijk. Ik snapte ergens wel dat zij haar angsten moest uiten, maar dit vond ik niet fair.
Triester verhaal
Dat dit een goede afloop heeft gehad, is vooral te danken aan de reactie van het kindje zelf. Hij verstijfde namelijk. Als hij in paniek was geraakt, was hij hoogstwaarschijnlijk kopje onder gegaan en had hier misschien een nog triester verhaal gestaan. Ook de kinderen erom heen die het op een gillen hadden gezet, en met takjes de jongen probeerden ‘op te vissen’ waren kleine helden. Zo knap zoals ze de moeder erbij haalden en mijn spulletjes vast hielden. Goed gedaan! Trots op jullie!
Na een high five met de man, waarvan ik aannam dat hij niet kan zwemmen – Trots op u, dat u ondanks het niet kunnen zwemmen uw best heeft gedaan en mij wist te assisteren. Dank u wel! – heb ik het ventje zelf nog even geknuffeld. Niet omdat hij het nodig vond, maar omdat ik die nodig had. Met een aai over zijn wang heb ik hem gezegd dat het nu allemaal goed is en goed komt. Hierna gaf de moeder van het ventje mij een dikke knuffel met de woorden “Jij hebt mijn kind gered, jij hebt mijn kind gered. Dank je wel.” Eigenlijk had ik, vind ik achteraf, het oudere broertje ook een knuffel moeten geven. Ik had hem in de ogen moeten kijken en zeggen: “Dit is niet jouw schuld.” Misschien krijg ik daar later nog een kans voor.
Lees ook: Moet schoolzwemmen terugkomen?
Klein verdrietig mannetje
Eenmaal boven gekomen, doorweekt, onder de drek en het mos was daar een klein verdrietig mannetje die liet blijken dat hij bang was dat mama naar de bodem zou zinken. “Mama kan heel goed zwemmen, lieverd”, zei ik hem. Waarop ik als antwoord een dikke knuffel en een “Lieve mama” terug kreeg. Mijn eigen kontkrummel heeft het na vandaag even nodig om bij mij in bed te kroelen, dus dat doen we dan ook. En vanavond/vannacht zal ik met veel genot naar zijn gesnurk luisteren. Wat is zo’n kinderleventje kwetsbaar!
Daarom ook wil ik een oproep doen aan alle ouders en de gemeenten in Nederland. Te beginnen met de gemeenten, want:
Gemeenten, zijn uw speelvoorzieningen veilig genoeg?
Zoals (hieronder misschien niet zo duidelijk) te zien is op de foto, ligt hier de sloot dichtbij de speeltuin. Water heeft en houdt een enorme aantrekkingskracht op kinderen. In hoeverre is het verstandig of nodig om dan een sloot achter een speeltuin/basketbalveldje te laten lopen, vraag ik me af? Misschien tijd voor verandering of aanpassing? Ik kan me voorstellen dat dit niet het eerste incident is…. Dus ligt er in die zin vast (ook) een stukje verantwoording bij gemeente. Laten we de put dempen vóór één van onze kalveren is verdronken!
Lieve ouders, ook bij jullie ligt verantwoordelijkheid. Wees alert! Het gevaar schuilt in een klein hoekje. Kan je kind nog niet zwemmen? Dan kun je je afvragen of het handig is dat je kind dichtbij een sloot speelt of een kanaal. Zeker zo’n kleine kontkrummel kan eigenlijk nog niet zonder toezicht van papa of mama… Daarom vraag ik jullie, smeek ik jullie: Laten we met z’n allen goed op onze kinderen letten! Wij zijn samen verantwoordelijk voor de veiligheid binnen onze gemeenschap. Onze kinderen zijn de toekomst en geen kind kan gemist worden!
Bron beeld: Pixabay