Ik weet 100 procent dat ik niet zwanger ben! Toch test ik…
Ik ga een zwangerschapstest doen, omdat ik weet dat mijn brein mijn lijf voor de gek houdt. Dat gebeurt me wel vaker, vanuit een sterke wens die de vader van vele zwangerschapsgedachtes is. Ik weet honderd procent zeker dat ik níet zwanger ben. Toch doe ik een zwangerschapstest. Herkenbaar?
Kennelijk houdt mijn brein rekening met de gedachte dat het wel zo is en saboteert het daarmee mijn overige organen: ik ben een paar dagen overtijd. De ontnuchteringstest heeft wel vaker de boel in werking gezet en daar reken ik nu ook op.
Ik doe de test, leg hem opzij voor de verplichte wachtminuutjes en zit een beetje appelig voor me uit te kijken op het toilet. In mijn hoofd gebeurt ongeveer dit: ‘Tumtiedumtiedum… Wat ga ik zo koken? Onze zoon moet trouwens een nieuwe zwembroek voor z’n zwemlessen. Morgen is mijn vrije dag, hoe zal ik die eens invullen? Wat zit ik hier eigenlijk? Oh ja, test. Hoeveel tijd is er voorbij? Drie minuten. Mmmh. Ik moet er vijf wachten. Nou, als ie er nu niet op staat, dan over twee minuten ook niet. Kan net zo goed nu kijken.’
Lees ook: Mijn zoon mag meisjes slaan
Onmiskenbaar
Ik werp een blik op de test en krijg bijna pijn in m’n ogen van het geweld waarmee twee dikke vette strepen de wereld inknallen. Geen twijfellijn, geen tuurstreep: onmiskenbaar zeggen die twee paarse strepen me wat ik nooit had verwacht: ik ben zwanger.
In mijn hoofd vindt een soort nucleaire explosie plaats. Gedachtes variëren van een hysterisch ‘Jaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa!’ tot ‘Oh jezus, wat hebben we nóu gedaan?’ tot ‘Ja, maar…Hóe dan?’ tot ‘Dit is vast nep, omdat je zo’n goedkope test kocht’ tot een soort warrige woordensoep met termen als euforie, paniek, raadselen en wonderen.
Mijn zoontje zit intussen op de bank intens tevreden met een banaan naar een onbenullig filmje te kijken. Mijn man weet niet eens dat ik deze test doe: het idee was dat ik hem na thuiskomst semi-nonchalant kon meedelen dat ik níet zwanger was. Zo van: ‘Oh trouwens, deze maand niet. Geeft niet, volgende keer dan misschien.’
Lees ook: Begin op tijd met seksuele voorlichting!
Ik loop als een kip zonder kop naar de keuken, de woonkamer, de gang, terug naar de keuken. Leg de test neer. Ga koken. Loop naar de test en kijk er nog eens naar. Verder met koken. Wat heb ik nodig voor soep? Oh ja, een zak met soep. Even naar die test kijken. Waarom sta ik nou voor de gangkast? Oh, die soep. Even een pan pakken. Allemachtig, wat knalt die test. Waarom sta ik trouwens soep in een sauspannetje te gieten? En het afbakbrood raakt niet afgebakken als ik het in de koelkast leg.
Vooral ont-zet-tend blij
Onze eerste kwam dankzij pcos niet helemaal vanzelf. Nu is het zomaar spontaan raak, min of meer in de tweede ronde dat we serieus probeerden. Ik ben stomverbaasd. Ik ben bang. Dit kan toch niet waar zijn? Ik voel me schuldig vanwege mijn niet geheel trouwe foliumzuurinname. Ik voel van alles. Maar ik ben vooral ont-zet-tend blij. Wat een fantastisch nieuws. Deze baby is heel erg welkom.
Bron beeld: Stockfresh