Wat zou er kunnen gebeuren? Ze zullen elkaar niet vermoorden. Toch?
Eef en ik zijn ruim twintig jaar vriendinnen. Ik was blijven zitten in de tweede klas en kwam bij haar in de klas. Kan het me nog goed herinneren. Mijn gedachten: “Kom ik bij haar in de klas? Oh, en er is nog maar één tafel vrij. Ja hoor, komen we precies naast elkaar zitten.”
We behoorden tot de populaire meisjes van de middelbare school. Uiteraard vonden we elkaar een ‘kapsones wijf’. Dit was de definitie van een ‘mooi meisje’.
“Hoi“
“Hi“
We keken elkaar een beetje vies aan. De les begon. De docent die wij hadden miste een gat in zijn oorlel. Daardoor zag deze eruit als een soort kwab. We merkten dit hetzelfde moment op, keken elkaar aan en schoten in de lach. Vanaf dat moment was het ‘aan’. Niet meer van elkaars zijde geweken en berucht op de middelbare school en erna.
In liefde hebben we beiden niet helemaal bereikt wat we hadden gehoopt, maar twee parels van kinderen hebben we wel. Beiden in dezelfde leeftijdscategorie: ik een dochter, zij een zoon. En ze vinden elkaar nog lief ook. Meestal dan.
Lees ook: Vriendinnen zoeken is (bijna) net zo moeilijk als een partner vinden
Vorig jaar besloten we voor het eerst samen met de kids op vakantie te gaan. Vol enthousiasme en goede moed boekten we twee weken Italië. Niet zo maar een bestemming, nee, een Italiaans eiland: Elba. (Weet je wel, daar waar Napoleon ooit naar verbannen werd.)
Wist ik dus niet. Sterker nog, ik had nog nooit van het hele eiland gehoord. Eef ook niet. We waren dan ook super goed in het maken van spiekbriefjes bij topo-toetsen. Met hier het resultaat: “Elba? Huh? Een Italiaans eiland?” En doodse stilte en krakende hersenen. Nee, een volkomen zwart gat in onze brein. “Uh…”
Mensen waar wij onze vakantiebestemming aan vertelden hadden blijkbaar allemaal hun topo-toetsen zonder spiekbriefjes behaald. “Oh Elba! Prachtig eiland! Ja-ha, daar is Napoleon naar verbannen!” Alsof we alle ins en outs van het Napoleon-verhaal en het eiland zelf kenden, antwoordden we zelfverzekerd: “Ja klopt. Prachtig eiland! Tja, die Napoleon hè?”
Ik had géén idee!
We hadden uiteindelijk een trip voor de boeg met een vlieg-, auto- en bootreis. Twaalf uur reizen om op onze bestemming te komen. Een mooie camping met een glamp-tent. Prima te doen. “Ah joh, leuk. Lekker kamperen. Twee weken relaxen. De kids lekker spelen. Wij lekker relaxen en wijntjes drinken“. We hadden goede herinneringen aan onze eigen jeugd op campings, dus het moest helemaal goed gaan komen.
Vol goede moed en zin begonnen wij aan onze reis met onze lieve peuters. Wat later drie-jarige duiveltjes bleken te zijn. Holiday crashers.
“Wat is het ergste wat er kan gebeuren? Ze zullen elkaar niet vermoorden. Toch?“
“Zo, we zijn er jongens! Gaan jullie maar lekker spelen, de mama’s gaan een wijntje open trekken. Proost, meis!”
Twee ‘heerlijke’ weken
De camping was prachtig, het eiland nog mooier en daar zijn met onze kindertjes maakte het geluksgevoel compleet. We zouden twee heerlijke weken tegemoet gaan. Dat werden echter twee heerlijke dagen.
“Nou-hou! Mama! Hij zegt dat ik niet met de autootjes mag spelen! Wèèèhhhh!”
“Jongens, kom op. Samen spelen”
De eerste dag van de peuter-puberstrijd gooiden we het op ‘ze zullen nog wel moe zijn van de reis’. De derde en vierde dag van ‘de strijd’ veranderden we deze gedachten naar ‘ja ach, ze zijn het ook niet gewend om zolang met elkaar te zijn’. Als single moms krijgen ze altijd onze aandacht en zijn ze vaak één-op-één met hun mama.
Lees ook: 10 vragen aan single moeder Helga
Toen we een week van huis waren en we elke dag onze kibbelende koters moesten bedaren, en de discussies nu gingen over:
“Ik zie een boot!”
“Nee, die zie je niet!”
“Wel!”
“Niet!”
“Mama, ze zegt dat ik geen boot zie, maar die zie ik wel!’
Viswijven
We waren het zat. Rijdend langs de prachtige kust, kregen we een hartslag van een galopperend wedstrijdpaard. Op dat moment verloren we ons geduld, draaiden onze hoofden naar de achterbank en schreeuwden in koor: “En nu allebei koppen dicht!” Nee, geen rustige woorden. Geen nette woorden. Maar moeders die veranderd waren in viswijven. Dat doet dat gekibbel met ons rustige zelf.
‘s Avonds besloten we, toen de kids op bed lagen, dat dit moest veranderen en we anders een andere accommodatie zouden zoeken, apart van elkaar. Te gek voor woorden natuurlijk. Het was tenslotte ook onze vakantie. “Zijn ze helemaal gek geworden?” We schonken nog maar een wijntje in.
“Hoe kan het dat wij zo goed met elkaar gaan en zij elkaar na drie dagen niet meer uit kunnen staan?“
“Het is de leeftijd.“
“Ja maar hé, dit is ook onze vakantie en we moeten nog een week.“
“Wat is het ergste wat er kan gebeuren? Ze zullen elkaar niet vermoorden. Toch?“
“Nèh.“
“Weet je, we gaan het negeren. Ze zoeken het maar uit.“
“Vind ik ook.”
“Proost!”
“Proost, schattie!”
Lees ook: 6x hoe overleef je een peuter?
De duiveltjes zochten het maar uit met elkaar. Wij lieten de vakantie, wat ook ónze vakantie was na een jaar hard single-mom-zwoegen, niet verzieken door een paar hormoon-stuiterballen die net drie jaar op deze wereld kwamen kijken. Egoïstisch? Nee hoor. Politie-agent spelen konden we de andere vijftig weken van het jaar ook.
De dagen erna ging het gekibbel gestaag verder, maar hoe vaker we het negeerden, hoe minder het werd. Uiteindelijk dropen ze af. De twee peuter-pubers. Wij schonken nog maar een wijntje in.
“Op onze overwinning!”
“Op onze overwinning, proost!”
Zo zou Napoleon zich ook gevoeld hebben. Hij werd verbannen naar een prachteiland. Met eigen personeel. Een joekel van een residentie. Eigen stuk land. En een stuk of zeshonderd eigen soldaten. Hij had gevochten voor zijn eigen vrijheid tijdens ballingschap. Zijn overwinning.
Lees ook: Help! Mijn baby is de baas in huis!
Wij hadden de onze:
Moeders versus onze peuters 1-0
“Volgend jaar weer?”
“Tuurlijk!”
We proesten het uit van het lachen.
Nu een jaar later zijn we as we speak weer met elkaar op vakantie. Hoe dit verloopt? Lees binnenkort het volgende verhaal!
Bron hoofdafbeelding: Flickr